Wanneer de rheumatieklijders er pas aankomen, hebben zij natuurlijk nog weinig lust om de schoonheid der natuur in de liefelijke omstreken van Aix te bewonderen; 't eerste waarheen zij, voor zoover hun zieke ledematen het toelaten, naar toe vliegen, is het ‘Badhuis’ l'Etablissement, een geheel fransche inrichting, het eigendom van het Fransche gouvernement, waarvan alle bedienden ambtenaren zijn. Het badhuis, een zwaar massief gebouw van wit marmer, gelijkt meer op een tempel dan op iets anders. Het heeft verscheidene verdiepingen, en elke verdieping is gevuld met badkamertjes.
Daar zijn alle mogelijke soorten van baden: voor den neus, de keel, de ooren, stoombaden, zwembaden, stortbaden, van alles, wat men maar wenschen kan. 't Is groot genoeg om er in te verdwalen, als men er den weg nog niet kent.
Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat stroomen de patiënten er in en uit, de meesten te voet, velen hinkend en strompelend, maar ook een massa laten zich in draagstoelen daarheen brengen; dit zijn leelijke dingen, met gestreept doek bedekt, en men ziet niets van den ongelukkige, die er inzit, dan een paar dikke, verbonden voeten, die, als de klepels van een klok, daaronder heen en weer zwaaien en een allertreurigst, hoewel niet onvermakelijk gezicht opleveren.
Het eerste gevolg van de baden is een groote vermeerdering van pijn; het schijnt dat alle kwalen, die in iemands lichaam verborgen zijn, dan voor den dag komen. De doctoren weten daarvoor natuurlijk allerlei mooie namen te bedenken; maar nadat men eenige baden genomen heeft, gewent men er zich aan en vindt ze een groot genot.
Het bad wordt in een steenen bassin genomen; twee halfnaakte mannen zetten den lijder op een houten stoel, en terwijl zij onophoudelijk stralen water van een arm lengte op hem richten, kneden en wrijven zij hem gedurende zeven of acht minuten; dan wordt hij weder een paar malen onder het stortbad gebracht. Nadat men twintig van zulke baden genomen heeft, is gewoonlijk de pijn verdwenen en men kan zich dan aan het volle genot overgeven van de fraaie omgeving van dit bevoorrechte stukje grond.
In de nabijheid van Aix ligt het allerliefste meertje Bourget, waarop kleine stoombooten dienst doen; het aangenaamste uitstapje is echter naar Annecy. De weg daarheen is tooverachtig schoon. Schilderachtige rotsen, boschrijke heuvels, zachte glooiingen, bedekt met malsch, glinsterend groen gras, gouden koornvelden, oude torens en witte villa's, half verborgen in het groen, heldere beekjes en liefelijke watervallen, en altijd de hooge, majestueuze bergen op den achtergrond. Ziedaar het panorama, dat vol afwisseling den reiziger vergezelt.
En na een uur ziet men Annecy, een oud stadje, dat u in de middeleeuwen verplaatst en aan een meertje ligt zoo verrukkelijk, zoo lieftallig, zoo blauw als men het zich niet droomen kan, omringd door bergen van edelen vorm en met hellingen van fluweelachtig groen, waaraan het zonlicht een heerlijken weerglans geeft - in de verte den Mont-Blanc met zijn lelieblanken top, rooskleurig geverfd door de zonnestralen. Wie kan dit gezicht in woorden of kleuren weergeven? Inderdaad, Aix en zijne omstreken geven ons een denkbeeld van het paradijs. De herstelde zieken zullen de eersten zijn om dit te erkennen.