Werken voor de armen.
Zes oude dames met veel tijd en veel werklust hebben afgesproken nuttig en aangenaam bezig te zijn. Zij wonen in een kleine stad, zij kennen elkander al jaren en jaren; eenigen zijn getrouwd en hebben kinderen en kleinkinderen ver of dichtbij haar; anderen daarentegen deden nooit den veelbeteekenenden en hoogst gewichtigen stap in 't huwelijksbootje, en verklaren op hoogen toon, dat zij er zeer dankbaar voor zijn, nooit den moed te hebben gehad zulk een zwaren stap te wagen; nog weer anderen dragen het weduwkleed met meer of minder rouw in het hart, maar allen hebben de laatste tijdspanne van het leven bereikt; heur haren zijn verzilverd, haar voorhoofden gerimpeld, haar oogen dof geworden door den tijd, dien wreeden tyran, waaraan wij langzamerhand alles ten offer moeten brengen. Bitter heeft het leven met eenigen gehandeld, anderen daarentegen bracht zij niets dan doffe grijsheid, matte eentonigheid, sommigen een late zonnestraal op het einde van een somberen dag, maar toch! het zijn wakkere, flinke oudjes, die nog rap haar vingers kunnen bewegen, maar ook haar tong.
Zeker, zij werken voor de armen, vlijtig, onverpoosd, maar de wet van het zwijgen heerscht niet, hoewel de statige douairière, de presidente der tafel en de gastvrouw van dezen avond, soms streng haar oogen boven den bril verheft en, wanneer de oude tongetjes wat te dartel worden, door een vermanend woord, een ernstigen oogopslag het gesprek weer in 't rechte spoor brengt. Er wordt over alles gepraat, zooals dat op zulke kleine plaatsen meer gebeurt, waar alle gedachten, alle belangen in een klein kringetje rondwentelen; maar toch mogen vele jongere dames, die zich ook wijden aan liefdadige werken, wel een voorbeeld nemen aan den ijver en degelijkheid, waarmede deze oude vrouwen haar taak opvatten.
Onze landgenoot, de schilder Henkes, heeft zulk een tafereeltje op even geestige als aantrekkelijke wijze op 't doek gebracht; 't is of wij die dames hooren praten, of wij haar in werkelijkheid aan den arbeid zien; wij zouden lust krijgen ons bij haar neer te zetten, haar te helpen of naar haar gezellige praatjes te luisteren. Velen zullen misschien alleen door het gezicht opgewekt worden om ook eens te gaan werken voor de armen, hetgeen vooral wanneer 't in zulk prettig gezelschap moet gebeuren als in dat der opgewekte oudjes, niet alleen een verdienstelijke, maar ook een aangename tijdkorting moet wezen.