Bij al die processen op korten termijn speelt de konstabel de hoofdrol, namelijk in zijne hoedanigheid van getuige. Hij is de man, die den aard der gepleegde overtreding omschrijft, na haar in hoofdzaak geconstateerd te hebben, en die in zekeren zin de functie van Openbaar Ministerie waarneemt, nadat hij tot de arrestatie is overgegaan.
Als men hem daar zoo ziet staan, blootshoofds, in de houding van een ongewapend soldaat, terwijl hij kort en bondig zijne zaak voordraagt, op een fatsoenlijken en kalmen toon, komt het niemand in 't hoofd, aan zijne oprechtheid en waarheidsliefde te twijfelen. De rechter vertrouwt hem onvoorwaardelijk, misschien met eenig voorbehoud op enkele punten, en in de meeste gevallen regelt hij zijne uitspraak naar de uiteenzetting der feiten, zooals hij ze van deze beëedigde lippen vernomen heeft.
Is dat altijd raadzaam? Enkele feiten uit den laatsten tijd schijnen op het tegendeel te wijzen en er ons aan te herinneren, dat, al is men ook honderdmaal konstabel, men toch altijd mensch blijft, en derhalve onderworpen aan dwaling.
De arrestatie in Regent-street van een fatsoenlijk meisje, Miss Cass, die zich naar het politiebureau moest laten overbrengen, tegelijk met een twintigtal verdorven schepsels, alleen op grond der getuigenis van den konstabel Endacott, heeft veel opzien gebaard en, als gevolg daarvan, zeer veel afbreuk aan het prestige der politie gedaan.
Men heeft zwart op wit dingen openbaar gemaakt, die al de te Londen vertoevende vreemdelingen reeds sedert lang wisten, en b.v. geconstateerd, dat bijna al de politieagenten, die 's avonds dienst doen in Haymarkett en Piccadilly, zich door de aldaar rondzwervende straatdeerns
vrouwen-afdeeling. - thee en koffie voor wie het betalen kunnen.
laten omkoopen. Zijn de dames bereid om den blinddoekenden shilling te betalen, dien zij op de vensterbank van dat en dat raam moeten nederleggen, dan kunnen zij er verzekerd van zijn, dat zij ongestraft blijven. Maar hebben zij niet die voorzorg genomen, dan is de arrestatie bijna onvermijdelijk. Er dient echter bij gezegd te worden, dat hun in dit laatste geval nog altijd een uiterste redmiddel overblijft, namelijk op weg naar het bureau een halve kroon te laten vallen; de konstabel zal zich dadelijk bukken om hem op te rapen, en gedurende dit oogenblik kan het gevangen vogeltje weer een goed heenkomen zoeken...
Dergelijke geschiedenissen, en nog vele anderen van dien aard, hebben de rondte door de Engelsche pers gedaan, en natuurlijk zijn Albion's eerzame belastingschuldigen er onuitsprekelijk woedend over geworden. Op de politie? O neen! op de dagbladen, die ontaard genoeg waren om die nationale gruwelen aan de kaak te stellen!
En toch hebben deze verhalen niets onwaarschijnlijks, wanneer men nagaat, hoe ongedwongen de konstabels van Hare Britsche Majesteit uit handen van jan-en-alleman giften en fooitjes aannemen. Wil men een verbod overtreden en ondanks een ‘verboden toegang’ ergens binnengaan? Een enkel shillinkje zal in zulke gevallen altijd het beste vrijbiljet blijken. Wie heeft 's avonds niet wel eens, op den hoek van een der Londensche straten, den dienstdoenden konstabel ter sluiks het glas zien ledigen, dat hem door een herbergier ter hand werd gesteld, om aan een dreigend proces-verbaal wegens te late sluiting te ontsnappen? Wie heeft er niet wel twintigmaal een ander gezien, op den drempel eener openstaande keukendeur de hartsterking verorberende, die hem, ten koste van hare mevrouw, door eene Hébé met bloote armen en weelderigen haartooi genereuselijk werd aangeboden?
Zulke kleine buitenkansjes worden blijkbaar door den Engelschen politieman als iets zeer gewoons beschouwd. Gevoegd bij zijne hooge bezoldiging van ruim negenhonderd gulden 's jaars, geven zij hem dat welgedane, ‘respectable’ voorkomen, dat zijn trots en zijn glorie is en hem iets karakteristieks bijzet, vooral in zijn rusttijd, buiten de diensturen, wanneer hij als een eerzaam burger, in het hoekje van den haard, zich aan zijn glas ale tegoed doet.
Maar laat ons billijk zijn; dat glas ale heeft hij over het algemeen wèl verdiend! Men moet vooral niet uit het oog verliezen, dat in Groot-Brittanje de politie niet gedekt wordt door een procureur des konings, noch door eenig ander vertegenwoordiger der kroon. Zij handelt altijd op hare eigene verantwoordelijkheid en moet, ingeval van een willekeurige of niet voldoend gemotiveerde arrestatie, er altijd op rekenen, dat zij gelaakt, berispt en zelfs wegens het toebrengen van stoffelijk nadeel vervolgd kan worden. Voor het politiehof zal de konstabel bijna altijd de éénige getuige en, uit dien hoofde, ook het mikpunt der verdediging wezen. Niet alle verdachten bepalen zich tot een weemoedig stilzwijgen, of tot een zediglijk sluieren van