De hertog van Clarence.
Nog nauwelijks een maand geleden ontving Engeland met vreugde het bericht, dat zijn erfprins, naar alle menschelijke berekening eenmaal zijn koning, zich verloofd had met een Engelsche prinses. Gewoon als men daar was de prinsen en prinsessen met buitenlanders - meestal Duitschers - te zien huwen, was de sympathie voor het bruidspaar buitengewoon groot, toen men de hoop koesterde een echt engelsch paar eenmaal als koning en koningin te mogen begroeten. De Hertog van Clarence en Avondale, oudste zoon van den prins
de hertog van clarence en prinses may van teck.
van Wales, had zijn woord gegeven aan zijn achternichtje prinses Victoria Maria van Teck, of, zooals zij algemeen genoemd werd, prinses May.
Sedert lang was prinses May de lieveling van het engelsche publiek; zonder juist schoon te zijn, won zij ieders hart door haar bevallig voorkomen, haar elegante toiletten en vooral haar vriendelijkheid. Albert Victor Edward, hertog van Clarence, had zich nog niet zoo populair weten te maken; men wist dat hij een goedig jonkman was, geen hoogvlieger echter, zeer verlegen, zenuwachtig en niet sterk van gezondheid. Door zijn verloving met prinses May maakte hij zich echter stormenderhand van aller harten meester; nooit was de prins zoo hoog aangeschreven geweest in de harten zijner toekomstige onderdanen. Allerlei romantische verhalen gingen rond over hun jarenlange genegenheid, die over alle hinderpalen had gezegevierd en nu eindelijk haar belooning zou ontvangen.
Vier weken van ongestoord geluk verliepen voor het jonge paar; hoe kon men ook gelukkiger zijn? Beiden waren jong, beiden hadden elkander lief, zooals men slechts zelden in de schaduw van den troon bemint; familie, vrienden, een groot, trouw volk deelden in hun geluk. De toebereidselen voor het huwelijk werden gemaakt, met opgewektheid kwam men samen om te beraadslagen over de geschenken, die men hun bestemde, en ziet! - het noodlot der kroonprinsen trof bijna plotseling den jongen bruidegom. De klokken, die voor zijn bruiloft zouden luiden, verkondigden zijn sterven.
Vreeselijk tooneel!
De prins en prinses van Wales, zijn liefdevolle ouders, met de wanhopende bruid hem vruchteloos betwistend aan den wreeden dood. De schoone moeder, wier eeuwige jeugd Engelands trots was en wier kalme trekken hun onverstoorbaarheid misschien dankten aan een gebrek in haar gehoor, boog zich vergeefs over het ziekbed van haar eerstgeborene, haar lieveling, om de laatste klanken zijner lippen op te vangen; de jonge bruid wrong radeloos haar handen en riep op hartverscheurenden toon onophoudelijk: ‘Eddie, Eddie!’ den naam dien hij in den huiselijken kring droeg, en dacht er zeker niet aan hoe dat zacht wegebbende leven ook de kroon medenam, die eens haar jeugdig hoofd had moeten sieren.
Niets baatte, den volgenden morgen ontving de grijze grootmoeder, koningin Victoria, het droevige doodsbericht. Bij haar smart over het verlies van haar kleinzoon moet zich nog het zelfverwijt hebben gevoegd, dat zij niet eerder zijn lievelingswensch vervuld had. - Als zij vijf jaren geleden haar toestemming tot het huwelijk gegeven had, wie weet hoe alles anders zou geweest zijn!
De troonopvolging in Engeland dreigt weer in vrouwelijke linie over te gaan, want zoo George van Wales, de tegenwoordige erfprins, die pas van de typhus hersteld is, kinderloos sterven mocht, dan is de rechtstreeksche erfgename van den troon de nog niet éénjarige Lady Alexandra Duff, dochter van prinses Louise van Wales en den Hertog van Fife.