| |
| |
| |
De Londensche politiehoven.
Met 13 illustratiën.
I.
een diefje.
Het politiehof is een door en door Britsche instelling. Ook in andere landen vindt men hier en daar wel rechtbanken van dien aard, maar dan is haar werkkring even beperkt als haar rechtsgebied, terwijl in Engeland, en vooral te Londen, het politiehof in alles voorziet, alles beoordeelt, van alles kennis neemt, ten minste in eerste instantie, en in zekeren zin het maatschappelijke leven presideert.
Dáár neemt de instructie der misdaden, zoo groote als kleine, een aanvang; dáár worden alle soorten van vergrijpen aanhangig gemaakt, òf om er finaal te worden behandeld en afgedaan, òf om naar de jury van beschuldiging te worden verwezen, die de rol van gerechtshof vervult;
een verloren schaap.
dáár worden de eenvoudige overtredingen, de persoonlijke quaestiën en de straatgeschillen beslecht. Iedereen kan er den een of anderen dag ontboden worden als aanklager, als verdachte, of als getuige. Geen betere plaats dan die voor Jan-en-alleman open staande gerechtszalen, om de eigenaardige zeden en gewoonten van het Engelsche volk naar het leven te bestudeeren.
Er bestaan niet minder dan elf Police-Courts voor de stad Londen. De beroemdsten en de druksten vindt men in de Bowstreet en de Great-Marlboroughstreet. Elk hof heeft twee vaste rechters, die beurtelings op de zittingsdagen dienst doen, van 's morgens tien tot 's namiddags vijf uur. Evenals alle Engelsche magistraatspersonen, worden deze rechters zeer hoog bezoldigd - met vijftienhonderd pond sterling of achttien duizend gulden per jaar - en uit de voortreffelijkste leden der balie gekozen.
Een griffier of chief-clerk, een voldoend aantal schrijvers en copiïsten, eene gevangenis die bewaakt wordt door een cipier, diens roeper en de pedel-deurwaarders voltooien de organisatie. De binnen- en buitendienst der gevangenis wordt waargenomen door konstabels.
Men berekent dat het cijfer der jaarlijks door de politierechters behandelde zaken, te Londen alleen, 220,000 bedraagt, wat gemiddeld zestig zaken per dag voor iedere rechtbank oplevert. Daar moet men dan nog bijvoegen een dertigtal aanvragen om dagvaarding, allerlei verzoekschriften, officieele en andere mededeelingen, - ongerekend een honderdtal benoodigde handteekeningen.
Men kan zeggen dat die rechtbanken, door hunne snelle en min kostbare rechtspleging, de grootste diensten aan de reusachtige bevolking der Britsche wereldstad bewijzen.
De rechter houdt er zitting in burgerkleeding, op een verhooging, waarop een met leder bekleede leuningstoel en een schrijftafel geplaatst is; beneden hem zitten de griffier en zijne klerken hunne papperassen vol te krabbelen. Voorts is er een tafel beschikbaar gesteld voor de advocaten, procureurs en alle andere mannen der wet, die met eene zaak iets te maken kunnen hebben. Aan de linkerzijde is een afzonderlijke bank geplaatst voor de rechtsgeleerde verslaggevers; aan den rechterkant bevindt zich het ‘dock’ der verdachten en de zitplaats der getuigen.
De zitting begint gewoonlijk met applications for summons, of dagvaardingen voor het hof. Het geldt daarbij meestal aanklachten wegens het toebrengen van slagen en kwetsuren, bedreigingen, handtaste- | |
| |
lijkheden van allerlei aard, willekeurige vrijheidsbenemingen, en geschillen over alle mogelijke en onmogelijke onderwerpen. Een vrouw vraagt bescherming tegen haren man, die haar meer slaag dan eten geeft, of 's Zaterdagsavonds, zoo niet 's nachts, geen cent van zijn weekloon thuis brengt. Een oude dame klaagt, dat de papegaai van de buren haar uit den slaap houdt. Een reusachtige politieman vertoont een microscopisch wichtje, dat hij ergens op straat vond zwerven, zonder dat het kind naam of woonplaats harer ouders wist op te geven.
Zoodra al die voorafgaande kleinigheden met den meesten spoed zijn afgehandeld, gaat men over tot de night-charges, de arrestatiën die sedert de sluiting der vorige zitting hebben plaats gehad. De Engelsche wet eischt zeer verstandig, dat ieder van zijne vrijheid beroofde persoon binnen de eerstvolgende vierentwintig uur voor den politierechter gebracht moet worden, die dan de arrestatie handhaaft of de invrijheidstelling gelast. Alle beschuldigden, van welken aard ook, moeten dus allereerst en
verdachten en aangeklaagden.
onvermijdelijk voor het politiehof verschijnen. Maar de night-charges zijn eigenlijk gezegd geen beschuldigden; het zijn veeleer verdachten in zake openbare dronkenschap, slagen, verwondingen of nachtelijk straatrumoer, op heeterdaad betrapt.
Naast den levenslustigen masher, in zwarten rok en witte das, die de aandacht der politie op zijn persoon heeft gevestigd door zijn brooddronken gedrag bij het verlaten van het Criterion of het Alhambra, vindt men er den nog onbedreven pick-pocket, met de hand in den zak van zijn slachtoffer betrapt, en den onvoorzichtigen koetsier, wiens hansom-cab men heeft moeten staande houden, omdat hij er, tegen alle regelen der rijkunst en der politieverordeningen in, als een dolleman mee voortholde. Men vindt er stoere vrouwspersonen, die eene wat al te levendige woordenwisseling hebben gehad en het niet bij woorden lieten blijven, zooals uit de wederzijds toegebrachte ‘blauwe oogen’ blijken kan. Men vindt er óók - en in groot aantal! - de painted women of ‘geverfde vrouwen,’ die avond aan avond van Piccadilly en Regent-street de hartbrekendste markt van menschenvleesch maken, welke men zich ter wereld kan voorstellen.
Al die verdachten marcheeren achtereenvolgens naar de dock of bank der beschuldigden. De getuige (bijna altijd een konstabel) treedt dadelijk naar voren en voert de redenen der arrestatie aan. De verdediging, als er een is, ontwikkelt hare argumenten, of anders vraagt de rechter eenvoudig aan den verdachte of hij ook iets te zeggen heeft; vervolgens legt hij, al naar de zaak is, òf een boete op, die terstond betaald moet worden, òf eenige dagen gevangenisstraf, òf hij dient eenvoudig een berisping toe. En daarna gaat men tot het volgende nommer over.
Soms is de verdachte een vreemdeling en weet hij zich niet in het Engelsch uit te drukken. Dit is nog al zeer dikwijls het geval met de painted women, die grootendeels uit België afkomstig zijn. Dan ziet men naast den griffier een tweeslachtig wezen verrijzen, kaalhoofdig en veeltalig, die zich belast met de taak om beurtelings de woorden der acteurs van het drama te vertolken. Fransch, Italiaansch, Spaansch, Duitsch, Russisch, of Chineesch, - die wakkere en welbespraakte man staat voor niets! Hij kent, naar men beweert, alle talen; dat wil zeggen, dat hij ze allen even slecht spreekt. Men kan zich dus niet al te zeer op zijne geïmproviseerde overzettingen verlaten. Maar zoo goed en zoo kwaad als het dan gaat, de rechter is er tevreden mede; en wat den verdachte betreft, deze kan er zich verzekerd van houden, dat hij er geen penny boete en geen uur gevangenisstraf bij verliest.
De ‘nummers’ volgen elkaar nu met eene duizelingwekkende snelheid op de banken van het dock op. De een komt er slechts om, bijna dadelijk, de deur der ‘kortegaard’ weer achter zich te zien opengaan, een trotsche en exclusieve deur, ‘alleen bestemd voor de gevangenen’; de ander ziet zich onder borgtocht op vrije voeten gesteld, of wordt eenvoudig vrijgesproken en valt dan dadelijk in de armen zijner ouders en vrienden, die zich in zijn belang herwaarts hebben gespoed. Want dit alles heeft plaats in een groote zaal, waar het publiek gedurende den geheelen loop der zitting aanhoudend wisselt.
Dit publiek is, gelijk men wel denken kan, zoo veelsoortig mogelijk. Naast den toevallig binnengeloopen nieuwsgierige, die eens wat aan zedenstudie komt doen, of enkel voor een regenbui wil schuilen, zijn er vaste habitués van het lokaal, echte dilettanten der correctioneele politie, die de goede en slechte hoedanigheden van den magistraat beoordeelen, de aanvallen en verweringen met een goedkeurend lachje of een dof gebrom volgen, en zich beroemen dat zij op een haar af kunnen zeggen, wat er op dit of dat zaakje waarschijnlijk komen zal.
| |
| |
Er zijn ook angstige moeders, zorgelooze kinderen en in tranen badende vrouwen, die gisterenavond of dezen morgen aan het luikje der gevangenis zijn komen hooren, of hun vermiste vader, broeder of echtgenoot zich daar ook bevindt, en die nu op de zitting terugkomen om daar zijn lot te vernemen... èn het hunne, helaas!
Dit havelooze auditorium is over het algemeen niet geschikt om iemand een zeer hoog denkbeeld van de Britsche beschaving te geven. Maar boven de persoonlijke afschuwelijkheden moet men een geopend oog hebben voor de schoonheid eener wet, die aan den Engelschen burger dezen uitstekenden waarborg verschaft: de onbeperkte publiciteit van het gerechtelijk onderzoek.
Hier geen nuttelooze gevangenhouding, niets geheimzinnigs, geen ongelijke strijd, in een indrukwekkende kamer, tusschen den verbluften beschuldigde en den geduchten rechter van instructie, die hem op een bekentenis tracht te betrappen, of hem eene onvoorzichtigheid poogt te ontlokken. Niets dan het volle licht, het onmiddellijke en openbare onderzoek van de omstandigheden der zaak, ten aanhoore van een zwijgenden beschuldigde. Hier zal 't niemand in het hoofd komen, den ongelukkige een woord te vragen, dat hem in staat van beschuldiging zou kunnen stellen. Neen, integendeel, - de konstabels zelven, als zij hem met hun sterke hand in zijn kraag pakken, hebben hem wel terdege gewaarschuwd, dat hij toch vooral niets moest zeggen, waarmede hij zijne zaak zou kunnen benadeelen. En thans, terwijl men de zaak onderzoekt, blijft hij, evenals het geheele auditorium, slechts de lijdelijke getuige der procedure.
Een bewonderenswaardige instelling, die reeds voldoende zou zijn om een volk te doen eeren, daar zij tot zelfs in den misdadiger de waardigheid van den mensch eerbiedigt!
Maar in andere opzichten is de inrichting der Engelsche politiehoven toch weer minder prijzenswaardig. Want de rechtsgeleerde bijstand en de ambtshalve toegevoegde verdediger zijn er onbekend. Rondom de gevangenis, en ook in de vestibule der rechtszaal, ziet men solicitors (advocaten) en attorneys (procureurs) van gering allooi rondzwerven, jacht makende op een cliënt. Met hun gladgeschoren kin en hun geruite pantalon hebben ze soms heel veel weg van een bookmaker, en misschien vereenigen zij beide baantjes wel in hun persoon. De hoofdzaak is maar voor hen, hoe zij te weten zullen komen of de cliënt zal kunnen betalen. Zij vragen het hem op den man af, zonder er doekjes om te winden, en deelen hem hun ‘tarief’ mede: een guinje, of tien shillings, al naar gelang het zaakje is. En dan gaat de arme drommel soms aan 't loven en bieden. Tien shillings? Neen! hij heeft ze niet. Maar als hij zijn uiterste best doet, zal hij er wel zeven bij elkaar kunnen krijgen. Wil mijnheer de advocaat daar genoegen mede nemen? - Hm! zeven shillings.... 't is een bitter beetje!... Enfin, het is een slechte tijd tegenwoordig... Geef op maar je zeven shillings!...
| |
II.
Ieder politiehof heeft zijne habitués, zijne vaste cliëntèle, met hare eigenaardige kenmerken en karaktertrekken, al naar de plaatselijke omgeving is. Het vreemdsoortigste is ongetwijfeld het Thames Police-Court, welks rechtsgebied zich over het geheele Londensche East-End uitstrekt.
Men vindt hier niet meer, zooals in Bowstreet en in Great Marlborough-street, de vogels van prachtige pluimage, die zoo vaardig zijn om te protesteeren tegen de verklaringen van den konstabel. De dames die hier op de bank der beschuldigden plaats nemen, doen ons veeleer denken aan de squaws van Fenimore Cooper of van een Australisch kamp, dan aan de schoonheden van het oude Griekenland. Wat de mannelijke personen betreft, het zijn ruwe dokwerkers, dronken matrozen, en vooral roughs of ‘schooiers’, stamverwanten van onze Hollandsche baliekluivers.
De vechtpartijen, de vuistslagen en zelfs de messteken spelen een overwegende rol in de ridderromans, die in dezen tempel der gerechtigheid besloten worden. En daar al dit volkje elkander kent en elkaar de hand boven het hoofd houdt, daar allen het korps konstabels als hun onverzoenlijken doodvijand beschouwen, en niemand terugdeinst voor desnoods twintig valsche eeden, als het de redding van een kameraad geldt, - is de taak van den rechter niet altijd gemakkelijk.
Zijne grondige bekendheid en langdurigen omgang met deze omgeving stelt hem echter bijna altijd in staat, om waarheid en verdichting van elkaar te onderscheiden. Men zou soms zeggen, dat hij de waarheid uit de gelaatstrekken zijner justiciabelen lezen kan, op de manier van een Lavater. Met een enkelen oogopslag heeft hij den verdachte gepeild. Daarna ziet men zijn gelaat stroever of helderder worden, al naarmate hij de zaak inziet; soms ook drukt het een diepe verslagenheid uit, die zich al spoedig lucht geeft in een haastige gedachtenwisseling met zijn griffier. Maar eensklaps volgt de uitspraak van het vonnis, kort en bondig, - dikwijls vrij wreed, uit ons continentaal oogpunt bezien, als het aan dagen- of wekenlange gevangenisstraf zooof zooveel zweepslagen met geknoopte koorden (de kat met negen staarten, zooals men dit strafwerktuig noemt) toevoegt.
Die slagen zijn echter onmisbaar om indruk te maken op deze wilde dieren, deze vrouwen- en kinderbeulen, vechtersbazen van beroep, die geen grooter genot kennen dan hunne vuisten te beproeven op menschenvleesch, dan te ranselen, te worgen, en puur voor de pret iemand dood te slaan.
De in Thames Court behandelde overtredingen hebben dus een eigenaardig karakter van beestachtigheid, evenals de verzameling verdachte vrouwen er sjofeler dan ergens elders is. Naast eene enkele zijden japon of een fluweelen mantel, die zich in een straat der City heeft laten oppakken, - wat al vuile en gescheurde omslagdoeken, wat al onmogelijke hoeden, wat al door den jenever gebolde, gepurperde en misvormde gezichten!
In den regel is de dagorde dezelfde als elders. Na
| |
| |
de night-charges, of op heeterdaad betrapten, komen de ouders die hunne kinderen niet naar school zenden. De politierechter is door de wet gemachtigd om hen tot eene lichte boete te veroordeelen. Doch hij maakt slechts met de uiterste bescheidenheid van zijne macht gebruik, daar de gezinnen, die in de
de beëedigde tolk.
vervulling van dezen hoofdplicht te kort schieten, bijna altijd tot de armsten der armen, tot de ellendigsten der ellendigen behooren. Een der verontschuldigingen, die de vader gewoonlijk aanvoert, is deze: dat hij niet bij machte is om wekelijks de vier stuivers te betalen, die als schoolgeld geëischt
den volgenden ochtend.
worden; want in Londen wordt, ofschoon er leerplicht bestaat, het lager onderwijs niet kosteloos gegeven. Dikwijls ook laat hij het voorkomen, dat het kind de ware schuldige is, door den vader ongehoorzaam te zijn en op straat rond te zwerven, in plaats van naar school te gaan. Een ernstige vermaning aan het adres van den vader of van zijn kleinen bengel, twee of drie shillings boete in geval de schuldige een recidivist is, zijn gewoonlijk voldoende om dien tegenstand te breken.
Men moet overigens erkennen, dat dit verzet wel te begrijpen is, wanneer het gezin tot de werkelijk armen behoort, en dat er in zulke gevallen inderdaad onrecht in 't spel is. Te eischen dat het kind schoolonderwijs ontvange, is iets zeer natuurlijks; te eischen dat de ouders dit onderwijs betalen, is echter in een zeer groot aantal gevallen eene onmogelijke vordering; en men kan bijna niet begrijpen, dat de Engelsche wet althans niet in uitzonderingen voorzien heeft.
Maar zij is hard voor de armen, deze wet, en dit blijkt vooral uit de aanrakingen van den politierechter met de vlottende bevolking der slaapsteden. Naar men weet, staan de workhouses of werk- en onderstandslokalen alle avonden open voor dezulken, die daar nachtverblijf komen vragen. Deze gastvrijheid wordt evenwel volstrekt niet kosteloos verleend: zij moet den volgenden dag betaald worden met een zwaren arbeid, vier of vijf uur lang, voor de mannen bestaande in het fijnkloppen van steenen en voor de vrouwen in het pluizen van werk. Casuals of toevalligen noemt men die gasten van éénen nacht. Het spreekt van zelf, dat zij over 't algemeen niet tot de volgzaamste klassen der maatschappij behooren, en dat zij zich dikwijls zeer bandeloos gedragen. Zij weigeren b.v. zich te onderwerpen aan het reglement van het werkhuis; zij zingen of schreeuwen; zij breken hunne borden en schotels; zij verscheuren hunne kleederen; of zij weigeren te werken. Al die overtredingen worden voor het politiehof berecht en daar meestal gestraft met veroordeelingen tot vijftig of zestig dagen tuchthuis.
De rechter is ook voor de noodlijdende bevolking een soort van raadgevend advocaat, tot wien zij in netelige gevallen haar toevlucht neemt. De quaestiën, die men aan zijne uitspraak onderwerpt, zijn
| |
| |
‘u hebt toevallig mijn man niet gezien?’
soms vrij zonderling. Mag een vrouw, die reeds sedert zes jaar door haren man is verlaten, een tweede huwelijk aangaan? Is de dagelijksche dronkenschap van den man een reden tot echtscheiding? Staat het niet vast, dat een goed huisvader des Zaterdags-avonds onbeschroomd een vierde gedeelte van zijn weekloon mag verdrinken, maar dat het schandelijk is, die grens te overschrijden? enz. enz. De rechter lost naar zijn beste weten de vraagstukken van het bittere leven op. Al staat het ook niet altijd in zijne macht, zijne geïmproviseerde cliënten volkomen te bevredigen, toch gebeurt het zelden, dat hij hun dan ten minste niet een goeden en practischen raad geeft.
Een zeer heilzaam prerogatief, dat de rechters in andere landen hem zouden kunnen benijden, bestaat hierin, dat hij zijne justiciabelen, wanneer er sprake is van ‘blijkbare vijandelijkheid,’ van ‘woordelijke bedreigingen,’ of ‘aanvankelijke dadelijkheden,’ zoo als de politietermen luiden, de formeele verplichting kan opleggen om den vrede te bewaren, to keep the peace, op poene eener boete van honderd tot honderdvijftig gulden. Hij die den wapenstilstand schendt, kan dan onmiddellijk
bewoonsters van het londensche east-end.
in hechtenis worden genomen; maar dit vooruitzicht is zóó weinig aanlokkelijk, dat het bijna altijd voldoende is om elken twist in de geboorte te smoren.
Eene andere speciale taak van den politierechter is de verdeeling van giften, die men te zijner beschikking heeft gesteld en die zijne armenkas vormen. Zeer vele lieden dragen steeds aan den rechter de verdeeling hunner aalmoezen op, en hij weet altijd tot wien hij zich in dringende gevallen kan wenden, indien zijne kas toevallig leeg mocht zijn. Dag aan dag ziet hij dan ook allerlei soorten van ongelukkigen voor zich verschijnen, die om een deel van deze bijdragen komen vragen. De moeders van óverbevolkte gezinnen, de lijdende kinderen en de grijsaards vormen natuurlijk de meerderheid in het korps dezer behoeftigen. De griffier kent ze bijna allen bij hun naam, en hij beschikt over veelvermogende onderzoekingsmiddelen om de juistheid hunner mededeelingen te controleeren: het komt dan ook zeer zelden voor, dat hij misleid wordt of dat hij aan
uitdeeling van uniformen.
voorgewende armen den onderstand uitreikt, die voor de werkelijk noodlijdenden bestemd is.
Het politiehof is dus tegelijkertijd een bureau van weldadigheid en een openbaar kabinet van crimineele instructie, een correctioneele gerechtszaal en eene inrichting voor het verstrekken van rechtsgeleerde adviezen. Maar het is óók een politiepost, en deze zijde van zijn eigenaardig bestaan verdient wel, dat wij er ons een oogenblik bij ophouden.
De konstabels die aan den binnenen buitendienst zijn verbonden, ongeveer op de manier van onze brigadiers en rijksveldwachters, verschillen wei- | |
| |
nig of niet van de andere Londensche politiemannen. Het zijn ‘pootige kerels,’ met een lange zwarte jas aan, een lakensche pet op, gewapend met een eikenhouten knuppel of trancheon, die tegelijkertijd als het teeken hunner waardigheid beschouwd wordt.
Wanneer zij aan den post van een politiehof zijn verbonden, wordt het binnenplein van dien post in zekeren zin hun hoofdkwartier. Daar laat een inspecteur tot in de kleinste bijzonderheden een onderzoekend oog gaan over de uitrusting van elk der manschappen. Daar kan men, éénmaal 's jaars, de nieuwe uniformen aan de konstabels zien uitdeelen, - een grappige vertooning, omdat zij bij het meerendeel dezer manschappen eene even sterk ontwikkelde coquetterie doet blijken als van menige modezieke dame. Evenals alle knappe mannen, zijn zij trotsch op hun indrukwekkend voorkomen en willen zij voor alles ter wereld niet slecht gekleed worden; daardoor hebben dan ook de kleedermaker en de officier van kleeding van het korps de handen vol werk om aan alle eischen te voldoen.
(Slot volgt.)
|
|