Onverwachte ontmoeting.
Rosina Sorelli was een beroemde zangeres; overal waar zij verscheen, veroverde zij stormenderhand alle harten; zeker, zij zong prachtig, haar trillers klonken zuiver als paarlen, die in kristallen bekers vallen, haar actie was beter dan die van de meeste opera-zangeressen, maar toch... toch! er zijn zooveel tegenwoordig, die heerlijke, fijngeoefende stemmen hebben, dragelijke actrices vindt men ook in overvloed, doch waar vond men een gestalte zoo slank en bevallig, een paar handjes en voetjes zoo klein en sierlijk, een gelaat zoo fraai besneden, maar vooral oogen zoo vol gloed en vuur, schitterend als zwarte diamanten onder hun zijden wimpers? Die oogen veroverden meer harten dan haar schoonste staccato's en pizzicato's. Overal waar zij verscheen, in Weenen, Parijs, Madrid, Napels, Milaan, Bremen, ja zelfs in Londen, Berlijn, Den Haag, maakte Sorelli furore; zij was coquet; geen wonder, wie zou 't niet zijn met zulk een stem, zulke handen, zulk een figuur, zulke oogen? Zij nam cadeaux, verzen, complimentjes, liefdesverklaringen aan, altijd lachend, altijd lonkend, altijd spelend.
Zij hechtte zich aan niemand, zij had niemand noodig, zoolang zij nog die stem, die schoonheid bezat. Dit leven was alles wat zij wenschte, deze atmosfeer vol sympathie en vergoding, juist wat zij noodig had om te leven. Waarom zou zij een der graven-, hertogen- of markiezenkronen, die aan haar voeten gelegd werden, oprapen en ze op haar hoofd zetten? Zij brachten immers allen ketenen mede, die zij niet verkoos te dragen.
Maar eens - het was in Munchen na een avond vol schitterende triomfen en luidruchtige huldebetooningen - voelde Rosina zich moede; zij wilde zich verzetten, zij begon te trillen, hemel! wat was dat, die hooge do kwam er met moeite uit, klonk vreemd, scherp, Rosina werd doodsbleek en onwillekeurig zag zij in den spiegel... Nieuwe schrik, aan haar slapen ontdekte zij een paar streepjes, fijn, schier onzichtbaar voor minder scherpe oogen dan de hare, en in haar donkere glanzende lokken blonk iets zilverachtigs, één, twee, drie witte haren.
't Was een waarschuwing, zij had de hoogte bereikt, voortaan zou 't slechts afdalen wezen; de kunst kon nog langen tijd het treurige feit voor de wereld verbergen, maar eens zou zij zich toch moeten buigen voor het onvermijdelijke.
Dien avond was de schoone Sorelli buitengewoon vriendelijk voor een jongen vrij groenen grondbezitter uit den omtrek, van wien men zeide dat hij schatrijk was. En dat ging zoo door, eenige weken, eenige maanden lang, het jonge mensch werd hoe langer hoe hartstochtelijker, hij bood haar herhaaldelijk zijn hand aan.
Zij zeide geen neen, geen ja! maar keek over haar schouder heen naar een russischen prins, die zwijgend het tweetal gadesloeg; deze verslond haar met zijn blikken maar zeide niets.
Toen liep Rosina's engagement af; zij vertrok naar Venetië; bij haar vertrek liet zij menig traantje in tegenwoordigheid van haar jongen aanbidder vallen en eindelijk gaf zij hem hoop. Ja, uit Venetië zou zij hem iets beslissends schrijven, en zij nam de prachtige parure van diamanten, die zijn moeder gedragen had, genadig aan. Mocht hij haar vergezellen? Neen zeker niet! Zij zou wel schrijven.
En hij wachtte dagen, weken, een maand, eindelijk kon hij 't niet langer uithouden, vooral toen hij merkte dat ook de russische prins verdwenen was, en op zekeren morgen verliet hij Munchen en reisde naar Venetië.
Hij kwam aan het station, huurde een gondel, liet zich naar het hôtel varen waar hij wist dat zij logeerde.
En tusschen die trotsche, door ouderdom vergrijsde en door verwaarloozing vervallen paleizen, dreef zijn gondel voort en droeg het van angstige verwachting kloppende hart van den jonkman.
Daar hoort men in de verte het plassen van roeiriemen, een andere gondel nadert, een heer en dame zitten daarin. Kan het waar wezen? Zij, vertrouwelijk leunend op hem! Hij verslonden in haar aanblik!
De jonker rijst op, hij vertrouwt zijn oogen niet. 't Is maar al te waar. De schoone Sorelli heeft het betere boven het goede verkozen; zij heeft haar doel bereikt, zij is prinses Gontoraschef geworden.