De groothertogin Paul van Rusland.
Een zware slag heeft de keizerlijke familie van Rusland getroffen. Terwijl de Czaar en Czarin, omringd
van hun kinderen en andere familieleden, hun eenige rustige weken van het jaar in Denemarken doorbrachten, werden zij opgeschrikt door de vreeselijke tijding, dat de jonge, schoone gemalin van 's Keizers jongsten broeder, Alexandra van Griekenland, in het kraambed overleden was.
Sedert twee jaren getrouwd, telde Alexandra nog pas 20 lentes; ieder roemt om strijd haar lieftallige vroolijkheid, haar goedheid, haar liefde voor haar echtgenoot. Zij laat twee kinderen na, Maria Paulowna en de jongste, Dmitri. Niets deed zulk een spoedig einde voorzien; zij scheen gezond, sterk, levenslustig, en waarschijnlijk zou haar einde niet zoo noodlottig zijn geweest, zonder een ongeluk met haar rijtuig, waarvan de paarden op hol gingen terwijl zij er in zat.
Het huwelijk van Paul en Alexandra moet zeer gelukkig zijn geweest; van jongs af hadden zij elkander lief, en daar zij neef en nicht waren en dergelijke huwelijken door de Grieksche Kerk streng verboden zijn, had de Grootvorst veel moeite alle bezwaren te overwinnen vóór hij haar de zijne mocht noemen.
De koning en koningin van Griekenland, hoewel in alle haast toegesneld, vonden hun kind reeds bewusteloos. Het is of over haar schoone, zachte trekken een treurig waas verspreid ligt, een voorgevoel als het ware van haar vroegen dood.