Tennyson.
In Augustus l.l. werd de 82e verjaardag gevierd van Lord Tennyson, den ‘Poet Laureate’ van Engeland, - dat wij het best met hofdichter kunnen vertalen.
De grijze bard, die zeker een der grootste levende engelsche mannen is, vierde dezen dag nog krachtig en gezond op zijn landgoed op het eiland Wight, te midden van vele bewijzen van bewondering en vereering.
Ook bij ons is de naam van Tennyson niet alleen bekend en beroemd, maar ook geliefd; zijn fraaie gedichten hebben in de hollandsche harten weerklank en sympathie gevonden; zij spreken een taal die het hart treft en die daarom door ieder, onverschillig van welk land of van welken tijd hij is, verstaan wordt. Dit is het geheim van het ware genie, de tooverkracht van den echten dichter bij Gods genade.
lord alfred tennyson.
Lord Tennyson, die al zestig jaar lang, zonder eenig spoor van vermoeidheid of afmatting, de schoonste tonen aan zijn gouden lier ontlokt en die nog met alle kracht der jeugd werkt en dicht, stamt af van een gezond, sterk ras. Zijn grootvader van vaderszijde was een edelman uit Lincolnshire, zijn vader was predikant van Somersly en huwde een predikantsdochter, miss Fytche, die hem twaalf kinderen schonk, zeven zoons en vijf dochters, waaronder er velen waren met het poëtisch genie begaafd, dat bij Alfred tot vollen bloei en wasdom kwam. Twee zijner broeders, Frederik en Charles, waren ook geboren dichters; met Charles gaf Tennyson zijn eerste werk uit. ‘Gedichten van twee broeders.’ Frederik schreef een boek ‘Days and Hours’, dat in 1854 uitkwam.
Tennyson ontving zijn opvoeding te huis en op de naastbijgelegen school; maar zijn geest ontwikkelde zich vooral door het aanschouwen der natuur; zijn oog was al vroeg voor haar schoonheden geopend, gelijk blijkt uit de schitterende beschrijvingen van de weiden en bosschen van Lincolnshire, welke zijn gedichten versieren.
Groote zorg werd steeds door hem besteed aan de lijst, waarin hij zijn figuren plaatste, en geen enkele kleinigheid, welke dienen kan om het karakter van het landschap uit te drukken, wordt door hem vergeten.
Zijn hoogere studiën ontving hij in Cambridge, en hoe diep de indruk was, door de oude, stille universiteitsstad, met haar machtige historische herinneringen, op hem gemaakt, blijkt uit vele zijner werken; ja, zij werpen zelfs hun glans af op die in zijn hoogen ouderdom geschreven werden.
Het private leven van Lord Tennyson is met een dichten sluier voor het onbescheidene publiek bedekt; men weet alleen, dat het waardig en edel geleid werd. Nooit heeft de dichter er behoefte aan gevoeld vóór zijn lezers te poseeren. Hij schonk hun zijn gedichten, die er zooveel toe bijdroegen om de halve eeuw van koningin