Op het jaagpad.
Echt hollandsch is dit landschap, echt hollandsch het figuurtje, dat er op staat, echt hollandsch ook zijn post; 't is een allerliefst tafreeltje al ziet men het jagertje en meer ook niet, de trekschuit, die meest vaderlandsche onzer instellingen, is van het doek afwezig, maar men raadt toch haar nabijheid.
De roemrijke dagen van trekschuit en van jagertje zijn voorbij; het zijn thans stoombooten en stoombarges, om van spoorwegen, snel- en bliksemtreinen niet eens te spreken, welke steden en dorpen aan elkander verbinden.
Toch zijn er nog enkele in eer; gelukkig echter dat, al dreigt bij het naderen der 20e eeuw, met de laatste trekschuit ook het laatste jagertje te verdwijnen, dat èn literatuur èn kunst, beide vereeuwigd hebben.
Wie ooit eens weten wil hoe het toeging in de ouderwetsche trekschuit, zal zijn Camera Obscura er op dienen na te slaan, en wie nog een voorvaderlijk jagertje in zijn volle glorie wil gadeslaan, die zie maar naar het doek van Jan Vrolijk!