oefent deze rechtstreeks zijn invloed uit op de te ontsmetten voorwerpen. De oven bestaat uit een grooten, horizontalen cilinder van plaatijzer, ter lengte van 2 meter en met een middellijn van 1.30 meter, van buiten voorzien van een isoleerend houten bekleedsel. Deze cilinder steekt halverwege door het schot, waarmede de beide deelen van het gebouw van elkaar zijn gescheiden, en is aan elk der beide uiteinden voorzien van een plaatijzeren deur met hermetische sluiting, waarvan de eene, die voor het inbrengen der besmette voorwerpen dient, uitkomt in dat gedeelte van het ontsmettingsgebouw, dat voor de te zuiveren artikelen is afgezonderd, terwijl de andere, die voor het uitnemen der gereinigde stoffen gebezigd wordt, in het tweede gedeelte van het gebouw opengaat.
De te ontsmetten goederen worden op een rolwagentje geplaatst, dat drie volledige stellen beddegoed kan bevatten, en zoodanig geschikt, dat zij niet met de wanden van den oven in aanraking kunnen komen.
Een aanvoerbuis brengt den stoom uit den ketel in het binnenste van den oven, waarin hij ontsnapt door een pijp, die met een zeker aantal gaatjes voorzien is.
Binnen in den cilinder zijn twee stellen buizen aangebracht, welke door eene afzonderlijke geleiding met den stoomketel in verband staan en dienen moeten om het inwendige van den oven en zijne bekleeding te verhitten, ten einde daardoor het condenseeren van den ingevoerden stoom te voorkomen.
Ziehier de wijze waarop het toestel werkt. Nadat de verwarmingsbronnen van te voren op een temperatuur van 140 graden zijn gebracht, rolt men het wagentje in den cilinder, sluit de toegangsdeur en laat den stoom in het binnengedeelte van den oven toe. De stoom, lichter zijnde dan de in dit binnengedeelte aanwezige dampkringslucht, drijft deze laatste naar het achtereinde van den cilinder, waar zij door een openstaande kraan gelegenheid heeft om te ontsnappen. Men belet op die wijze, dat er zich in den oven een mengsel van dampkringslucht en stoom vormt, welks ontsmettende kracht veel geringer is dan die van stoom alleen.
Zoodra men bemerkt dat al de aanwezige lucht is uitgedreven, draait men de kraan dicht en regelt men de toevloeiing van den stoom, ten einde binnen in den oven de drukking te verkrijgen, die overeenkomt met de temperatuur welke daar moet heerschen (deze temperatuur bedraagt ongeveer 115 graden en de daarmede overeenkomende drukking van den stoom 1.7 atmosfeer). Na verloop van vijf minuten sluit men gedurende een minuut de toevoerkraan, waarmede de stoom rechtstreeks uit den ketel wordt binnengelaten. Er ontstaat dan op dat oogenblik een condensatie en dientengevolge een luchtledig, en de daardoor voortgebrachte drukking geeft gelegenheid tot ontsnappen aan de luchtblazen, die, zonder dezen voorzorgsmaatregel, gevangen zouden blijven in de mazen der weefsels, in de vezels van de wol der matrassen enz., en maakt het mogelijk dat ook de fijnste deeltjes der te ontsmetten goederen met den zuiverenden stoom in aanraking komen.
Vervolgens geeft men den stoom weder vrijen toegang en stelt men gedurende vijftien minuten de te ontsmetten voorwerpen aan de werking van den stoom bloot. Men staakt dan de toelating van den rechtstreekschen stoom, doch blijft inmiddels met den toevoer in de verwarmingsbronnen voortgaan; men zet de uitgangsdeur van den oven halverwege open, en de droging heeft in het toestel zelf plaats.
Het eenige overwegende bezwaar bij deze bewerking bestaat hierin, dat er door de aanraking met stoom van boven de 100 graden onuitwischbare vlekken ontstaan op zulk linnengoed, dat met gekleurde eiwitachtige stoffen bezoedeld is, zooals bloed en dergelijken. Men tracht dit bezwaar te verhelpen, door het bezoedelde linnengoed, alvorens het in den oven te rollen, in een oplossing van potasch-permanganaat te dompelen, die zich met de organische stoffen vermengt en de vlekken spoedig kleurloos maakt, zonder het weefsel der goederen te bederven. Daar deze oplossing van potasch-permanganaat op zich zelve reeds ontsmettend is, behoeft men niet te vreezen voor eene mogelijke besmetting der met de reiniging belaste werklieden. Het geheele verloop der bewerking duurt gewoonlijk niet langer dan een kwartier.
Hoe beknopt bovenstaande beschrijving ook zij. toch kan er voldoende uit blijken, welke onschatbare diensten deze ovens zullen bewijzen aan de openbare hygiène en gezondheid. En toch heeft de vestiging dezer inrichtingen, in den eersten tijd althans, van den kant der naaste buren, ter plaatse waar zij in werking gebracht zouden worden, te worstelen gehad met den van ouds bekenden tegenstand, dien de wetenschap altijd van de onkunde te lijden heeft. Velen verbeeldden zich, dat de aanwezigheid van zulk een ontsmettingsoven juist een bron van verpesting voor hunne buurt zou worden, ja haar als 't ware tot een vergaarbak van al de microben der stad zou maken. Doch nauwelijks hadden de ovens gedurende eenige dagen gewerkt, of de tegenstand was niet alleen overwonnen, maar zelfs verkeerd in eene innige dankbaarheid aan de geleerden, wier studiën en navorschingen ons de middelen aan de hand doen om de besmetting der vreeselijkste ziekten zooveel mogelijk te keer te gaan.