Echos uit de modewereld,
door Coquette.
Deze afbeelding geeft eene smaakvolle pélerinemantel te zien, vervaardigd van beiger laken met een feston-versiering van geborduurd fluweel; van voren evenals in den rug is een puntig toeloopend stuk ingezet van hetzelfde fluweel, eindigend in een sluitende geborduurde kraag.
mantel voor jonge vrouwen en meisjes.
De pélérine vertoont nog hooge schouders, hoewel wij reeds hoorden gewagen dat deze mode haar décadence nadert. De rand der pélérine is met een dubbel feston van balfranje gegarneerd. Voor het zelf-vervaardigen biedt zulk een mantel voor de handigen en vindingrijken geen groote zwarigheden. Men kan daartoe zelfs aanwenden reeds gedragen Schotsche plaids, Turksche sjaals enz., die vroeger in de mode waren.
Deze pelerine-mantel is een gekleede en geschikte dracht voor jonge vrouwen en volwassen meisjes, en een gereede overgang tot den zwaarderen wintermantel. Al naderen wij zoo zoetjes aan December, de atmosfeer blijft in den regel zacht als ware het lente, en worden wij ook in de laatste jaren nog al eens vergast op een Indischen zomer, herfst en winter stellen ons ten minste eenigszins schadeloos voor den regen-moesson in den veelbelovendsten tijd van het jaar. Evenals men tegenwoordig de zieken en teringlijders sommige badplaatsen en herstellingsoorden ontraadt, waar het vroeger altijd zomer was en het nu zeer guur kan zijn, evengoed is het mogelijk dat ons klimaat van lieverlede een verandering ten goede ondergaat. Waar zijn tenminste de winters, waarin onze voorouders met paard en wagen over de bevroren rivieren trokken? Wie weet of men er niet eenmaal toe komt in onze dennenbosschen sanatoria op te richten voor longlijders, zooals met dit doel thans bestaan te Hyères, Nizza en Mentone, plaatsen, die men tegenwoordig juist den zieke ontraadt. Doch een grooter gevaar voor verval, dan dat van het klimaat alleen, bedreigt deze toevluchtsoorden in onzen tijd, namelijk de vooruitgang van de wetenschap, die zelfs voor de meest hopelooze ziekte eene afdoende remedie heeft gevonden. Blijft echter ons klimaat zoo vooruitgaan, dan mag de mode hierop wel beginnen te rekenen, hoewel zij voorloopig nog aankondigt dat in dezen winter veel pelswerk zal gedragen worden, echter meer als garneersel dan wel om borst en longen warm te dekken. Men versiert tegenwoordig met pels-guirlandes den onderrand van laken robes, evenals men die roeger afmaakte met breede zijden ruches. Gekleurde robes belegt men nog bij voorkeur met passementen, galons en borduursel ook veel met zwarte pels, een bontwerk waaraan men dit jaar bizondere voorkeur schijnt te geven, zoodat men zelfs gezelschapstoiletten met gekleurden pelsrand versierd. Een garnituur van struisveer is ook een geliefkoosd
ornement voor mantels, wandelkostuums, ja zelfs voor bal- en plechtgewaden. Vederen en bloemen betwisten elkander den voorrang op de winterhoeden, met dit enorme onderscheid dat men de bloemen kan namaken, terwijl menig arm vogeltje zijn leven en dat van zijn nestje moet opofferen om de hoofden van onze moderne schoonen te versieren. In sommige tijdschriften en modebladen protesteert men zelfs tegen dit overmatig gebruik van vogels en vederen als garnituur. De mode heeft dan ook hierin dit jaar haar climax bereikt en zal van nu aan zeer zeker diminuendo gaan.
Zoo zij het.