De Huisvriend. Jaargang 1890(1890)– [tijdschrift] Huisvriend, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Sneeuwwitje. O koningin van Astraband, O schoonste vrouw van 't gansche land, - Zooals het tooverglas u vleit - 'k Wed dat ge bersten zoudt van nijd, Als gij Sneeuwwitje hier kondt zien: Zoo schoon, zoo vroolijk bovendien! Wel was de jager ruw en stout, Tot wien gij spraakt: ‘Ga in het woud, Neem 't scherpste jachtmes in uw hand, En maak Sneeuwwitje er meê van kant!’ Maar schoonheid, jeugd en zielesmart Vermurwden zelfs dit jagershart. Wel worden - 't is steeds zoo geweest! - Kabouters door den mensch gevreesd; Maar de onschuld, in haar reinst gewaad, Ducht zelfs van 't dwergenvolk geen kwaad: Hoe diep zij komen uit den grond, Sneeuwwitje joelt er meê in 't rond. Zoo, koningin van Astraband, Zoo ziet ge tot uw schade en schand', Dat schoonheid dàn alleen gedijt, Als zij door ootmoed wordt gewijd, - Wat dan ook zeker en gewis Een zegen voor ‘Sneeuwwitjes’ is! H.V. Vorige Volgende