eene aanzienlijke hoeveelheid voor werktuigen, hulpinstrumenten, enz.
Nadat wij nu op deze wijze met het geweer in al zijne onderdeelen kennis hebben gemaakt, zijn wij verlangend om het ook zijne meest beslissende proef, namelijk het schieten op groote en kleine afstanden, ter voldoening aan den eisch der hoogste nauwkeurigheid en juistheid van treffen, te zien afleggen. Wij begeven ons daarom naar het schietterrein, maar nemen in 't voorbijgaan nog even een kijkje in de verderop gelegen kleine gebouwtjes, het ‘laboratorium’ geheeten. Evenals overal elders, zijn deze gebouwen, waarin ontplofbare stoffen verwerkt of patronen gefabriceerd worden, wegens hun over 't algemeen gevaarlijk karakter ook hier van de overige woon- en werkplaatsen eenigszins verwijderd.
Wij treden het naastbij gelegen gebouw binnen en zien daar, hoe de nauwkeurig afgewogen hoeveelheid grof- en fijnkorrelig buskruit door middel van kleine trechters in de patroonhulzen wordt uitgestort. De hulzen zelf zijn reeds met door daartoe bestemde werktuigen ingezette slaghoedjes voorzien en steken in groot aantal in doorboorde planken. Met de handpers wordt het projectiel er op gezet, en de patroon is gereed.
Met uitzondering van de messingen hulzen, die wel eens uit den vreemde ontboden worden, maken de meeste fabrieken zelf alle deelen der patronen gereed. Cilinder- en fleschvormig, in de meest verschillende grootten, met looden, koperen, stalen en nikkel projectielen van het grootste tot het kleinste kaliber, ter dikte van een potlood, eivormig, boutsgewijs, kegelvormig, met schuine kanten, - kortom, ondenkbare vormen van projectielen zijn daar te aanschouwen. De nieuwste modellen bestaan meestal uit twee metalen: een mantel van koper, messing, staal, ijzer of nikkel, en eene loodvulling, om het noodige gewicht te bereiken; het laatstgenoemde varieert tusschen de 14 en 30 gram. De vorm der tegenwoordige, meestal cilindervormige projectielen doet in geen enkel opzicht meer denken aan de voormalige, zooveel bezongen ‘kogels.’
De patronen voor geweren van alle landen, uit den ouden en den nieuwen tijd, geven ons een duidelijk denkbeeld van de nog altijd voortschrijdende wapentechniek.
Ook de patronen worden met de meeste nauwkeurigheid vervaardigd, gemeten en gewogen. De jaarlijksche productie bedraagt in de grootste fabrieken circa 200,000 stuks. - Doch verder!
Het naastbijzijnde gebouw vormt een soort van schietbaan. Daar wordt b.v. de geweerloop in onvoltooiden, met een gladde boring voorzienen toestand door middel van een zware lading buskruit onderzocht wat de sterkte van het gebezigde materiaal betreft. De loop wordt in een toestel vastgeschroefd, en de lading door eene inrichting tot vuren afgeschoten. Er volgt een slag als het gedonder van een kanon, en een zware looden cilinder vliegt suizend in den op kleinen afstand geplaatsten kogelvanger. Vertoont de aldus behandelde loop na de ontploffing der lading geenerlei gebreken, dan wordt hij ter verdere bewerking doorgezonden. Dit proces noemt men het ‘tormenteeren’ der geweerloopen. Te dezer plaatse worden ook schietproeven ten opzichte van de doorslagskracht en projectielsnelheid genomen. Van de eerstgenoemde overtuigt men zich doorschieten op dikke, met kleine tusschenruimten achter elkaar geplaatste houten planken, of op ijzeren platen, bij de laatsten met behulp van een bijzonder toestel. Met dit werktuig, door den Belgischen overste Boulanger uitgevonden, is het mogelijk, de aanvankelijke snelheid van het projectiel, d.w.z. de ruimte die het in de eerste seconde na het verlaten van den loop doorklieft, nauwkeurig te meten. Die afstand bedraagt bij de geweren uit den jongsten tijd over de 600 meter, terwijl de aanvangsnelheid van het zündnadelgeweer ternauwernood 250 meter bedroeg. - Doch nu naar het eigenlijke schietterrein! Schot op schot knalt hier onafgebroken en wekt de echo's van dit anders zoo stille en eenzame oord.
In een klein huisje, dat met schietgaten voorzien is, zijn de tot ‘proefschieten’ bestemde geweren bijeengebracht. Dit proefschieten heeft meestal plaats met behulp van een toestel, waarin de geweren gespannen worden. Dit toestel, naar zijn uitvinder, den Rus Livtshak, genoemd, houdt het geweer in de geenviseerde positie vast; de door het ontploffen der lading teweeggebrachte schok wordt door elastieke kussens opgevangen en geabsorbeerd. - Het magazijn wordt geladen, en door schot na schot worden de projectielen naar de circa 300 meter verwijderde schijf gezonden. Nadat het magazijn is leeggeschoten, worden de ‘treffers’ op de schijf uitgemeten, aangeteekend en volgens de hoogte- en breedte-verspreiding in een register genoteerd, dat als bewijs voor de draag- en trefkracht van het wapen dienst doet. Wij hebben hier ruimschoots gelegenheid om de schietsnelheid, trefzekerheid en gemakkelijke hanteering van het repeteergeweer te bewonderen. De schoten zitten, wanneer het wapen normaal is, dicht gegroepeerd rondom het zwarte middenpunt der schijf. Wordt er een afwijking geconstateerd, die aan een fout in de samenstelling van het geweer kan toegeschreven worden, dan haast men zich om door allerlei herstellingen, meestal van de visier-inrichting, het gebrek spoedig en afdoende weg te nemen.
Om nu ook op de grootste afstanden te kunnen schieten, is in de nabijheid van sommige groote geweerfabrieken hier of daar op eene weide een hoog, houten getimmerte in de gedaante van een kolossaal spreekgestoelte opgericht, vanwaar dan op eene circa 3000 meter ver staande groote schijf geschoten wordt.
Hier treden vaak verschillende geweerstelsels tegelijkertijd tegen elkaar in het krijt, en pogen zij elkaar door buitengewone resultaten onderling de loef af te steken.
Terwijl het grootere kaliber zich op kleinere en middelbare afstanden in een groote juistheid van treffen mag verheugen, wordt het op verre afstanden aanmerkelijk overtroffen door het kleine kaliber, dat wegens zijn meer gestrekte vliegbaan en grootere doorslagskracht voordeelen oplevert, waar echter ook belangrijk hoogere kosten tegenover staan. Wijl voor het kleine kaliber steeds projectielen met hard metalen omhulsel, als koper, ijzer en zelfs staal, gebezigd worden, slijt het inwendige van den loop door de verhoogde wrijving aanmerkelijk meer af dan bij de looden projectielen van groot kaliber, welker vervaardiging op zichzelf reeds goedkooper is. Van een humaan