Van Blücher.
Toen Blücher nog luitenant was, werd hij door een musketkogel aan den voet gewond. De chirurgen, die toenmaals nog flink het scheermes hanteerden, onderzochten de wond en begonnen eindelijk na een zeer geleerd vertoog te snijden. Blücher liet dit rustig toe. Toen echter de operatie meer dan een half uur geduurd had en de artsen hoofdschuddend voortgingen met snijden, vroeg Blücher eindelijk waar dit wel moest eindigen. ‘Nu,’ antwoordde een der artsen met bedrukt gelaat de pincet in de van bloed rood gekleurde hand opheffende: ‘we zoeken den kogel en kunnen dien niet vinden.’ ‘Den kogel, waarom mij dit niet dadelijk gezegd? Den kogel heb ik in den zak!’
Voor de komst zijner kwelgeesten had Blücher den kogel reeds zelf uit de wond gehaald.