Hoorns Liedt-boecxken(1659)–Anoniem Hoorns Liedt-boeckxen– AuteursrechtvrijVol stichtige Bruylofts-sangen, Met noch eenighe rijmen op ‘t Leverken Vorige Volgende Bruylofts-Liedt. Stem: Doen ick was in ‘t groeyen, &c. Soud’ er nu gheen soete lieve vreugd’ uyt onse herten comen Souden wy niet met den blijden blijde zijn? Soud’ er nu noch yemant onder ons stil sitten, dutten, droomen, Midden in de vocht van Bier en brave Wijn? Neen, dit is den dagh // Datmen moet en mach Vreught in deught nu brenghen voor den dagh. 2 Sinte Claes, die rijcke milde Man, die is so goet van geven [pagina 82] [p. 82] Dat de Jonghe-luy hem loven met geraes. Soud’ er dan gheen soete lieve vreugd’ van ons worden bedreven W’ hebben immer een veel goeder Sinte Claes: Vredigh, vreughdigh, vroedt // Rijck van deught en goedt. Schout en mijt al watmen mijden moet. 3 Na dat hy (voor hem) een langen tijd veel lieffelijcke lagen Nae een schoone Maeghd, een aerdigh Duyfje, deed’, Heeft sy nu, de groote koopmanschap, uyt liefde toegeslagen En met hem gemaeckt een trouwe vaste Vreed’: ‘t Gaet nu na haer sin // En ons niet te min, W’ hebben nu een Sanct en een Sanctin. [pagina 83] [p. 83] 4 Daerom is hier sulcken groot geraes, gerammel en gerabbel, Dattet dreunt en drilt soo singen wy Fa Sol: Ja men geeft en goyt’er nu voor ons wel so veel goet te grabbel ‘t Waer geen wonder kreegh’er een sijn Schoenen vol. Wy zijn allegaer // Nu door hem en haer Alsoo blijdt als of het Bruyloft waer. 5 En op dat dit doch een langen tijd mach blijven in memory Zijn wy t’samen met de Musen wacker schrap: Hy men singht en voert het vrede vuer en roept het is victory, Dit’s de wijnkoop van de groote koopmanschap. Laet ons nu een reys // Lustigh na den eys [pagina 84] [p. 84] Drincken op ‘t wel dyen van de Peys. Weet of swijght Vorige Volgende