't Hoorns vermaeck'lijck treck-schuytje(1663)–Anoniem Hoorns Vermaeklijck treck-schuytje, 't– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 156] [p. 156] Tegen-zangh. GEliefjes, die u in den Echt, Door liefde t' samen bindt, Hoe zijt ghy doch soo wel berecht, Dat ghy 't soo jongh begint? Bedanck u vry van dese koop, Gebruyckt nu alle vreught, Ghy krijght het soet nu over hoop, In 't Bloemtje van uw' jeught. Was stadich niet uws herten wensch, Hier wel te zijn gepaert? Met sulck een jongh, en jeughdigh Mensch, In 't willen eens geaert: [pagina 157] [p. 157] En is uw' wensch hier in geschiet: Het Huys, en sijn behoor, Dat sal u oock ontbreecken niet, Volght ghy der deughden spoor. En schoon ghy daegh'lijcks eten moet, Hebt daerom geene sorgh, Godt, die de jonge Ravens voedt, Die is daer voor u borgh: En soo de Heer met vruchtbaerheydt, U Huwelijck bekroont, Met voorspoet in uw' arrebeydt, Hy u 't behoef vertoont. Daerom, o Nieuw-vereende Twee! Betrouwt op Godt den Heer: Leeft onderlingh in Liefd', en Vree, Soo sal na u begeer, [pagina 158] [p. 158] U Huwelijck ghezegent zijn, In al wat u ontmoet, Al was 't voor somm'ge suer' Azijn, 't Verkeert u al in 't soet. Vorige Volgende