't Hoorns vermaeck'lijck treck-schuytje
(1663)–Anoniem Hoorns Vermaeklijck treck-schuytje, 't– AuteursrechtvrijStemme: Ach treurt met my be[d]roefde, &c.
SChiet niet soo ruym, ey Silvia, uw voncken,
Verquist soo niet u lodderlijck gesicht,
Maer houdt in toom uw minnelijcke loncken,
| |
[pagina 24]
| |
En maeckt soo seer niet yder een verplicht:
Want die uw oogen
Graechjes eens besiet,
Wordt haest bedroogen,
Schoon hy van u vliet.
De vlucht en baet hem niet.
Hoe meer dat yemandt soeckt t' ontslippen
De stercke banden van u soet gesicht:
Hoe meer hy sich voelt in de knippen,
Want uwe glans te groote vlammen sticht:
Wie sal my laeven?
Ick ben in de lij,
Set loncke-gaeven
Eensjens aen een zy,
En doet de wil van my.
|
|