Hollandsch en Hoogduitsch woordenboekje

Inhoudende alle dagelijks voorkomende Duitsche woorden, gesprekken enz. naar de Hollandsche spelling zamengesteld, om het Hoogduitsch te verstaan en zonder meester te leeren spreken

[p. 23]

X. Meubelen en huizelijke gereedschappen.

Een Tafel	Ain Tiesj
Een Tapyt	Ain Teppiech
Een Spiegel	Ain Spiegel
Een Stoel	Ain Stoel
Een Stoelkussen	Ain Polster
Een Staand-Horlogie	Ain Wandoer
Een Kandelaar	Ain Laichter
Een Snuiter	Aine Liechtpoetze
Een Vat	Ain Gefaes
Een Schop	Ain Schaufel
Een Bed	Ain Bet
De Gordijnen	Die Voorhenge
Een Matras	Ain Stroosak
Een Pot	Ain Tof of Hafen
Een Braadspit	Ain Braatspies

[p. 24]

Een Ketel	Ain Kessel
Een Pan	Ain Tiegel
Een Rooster	Ain Rost
Een Emmer	Ain Wasseraimer
De Vijzel	Der Mursel
Een Vat	Ain Fas of Gefaes
Een Vaatje	Ain Faeslain
Een Kurketrekker	Ain Korktzieër
Turf	Torf
Hout	Holtz
De Tang	Die Tzange
De Aschschop	Die Akssjaufel
Zwavelstokken	Sjweefel Holtzlain
De Blaasbalg	Der Blasebalg
Vaatwerk	Das Kuechen gesjïr
De Zeef	Der Sieb
Een Melkpot	Ain Mïlch Tof of Gefaes
Kaarsen	Das Liecht
Een Lamp	Aine Lampe
Een Lantaarn	Aine Laterne.