Den Hollandszen praat-vaars nieuwjaars-gift(ca. 1745)–Anoniem Hollandszen praat-vaars nieuwjaars-gift, Den– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] Den wispeltuerigen. Vois: Laatst onder 't wandelen van de Boomen. 1. NIemand hoeft zig vremd te hou wen, Dat ik nog niet Getrouwd en zy, Daar ik nogtans gestadig Vry; Denkje dat ik de kop wil krouwen, Ik vry wel alles wat ik zie, Maar Min het meest die 'k 't laatste zie. 2. Laatst ontmoeten my een Brunette, Die my wonderlyk wel beviel, Ik noemden haar straks myn tweede ziel En zy stelden myn onder haar wetten, Maar myn liefden was haast gedaan, Want ik ben van haar af gegaan. 3. Gisteren avond, naar den eeten, Was ik by de Schoonste die ik weet, Ik zwoer haar myn Trouw by eed op eed, 's Morgens was 't myn al vergeeten, Dus zo zyn zy van de weg Die al geloven wat ik zeg. 4. Nu heb ik weder al myn zinnen, Op een blond aangezigtje gesteld, [pagina 83] [p. 83] Zy nam my straks onder haar geweld, Maar ik zal haar niet langer minnen, Tot dat ik een ander zie, Die ik terstond myn Trouwtje biê. 5. Ziet, dat 's 't regte Jonkmans leven; Krygen de Meisjes u in 't net, 'k Heb daar zo dikmaals op gelet, Alles word u voor geschreven. Wilt gy u houden uit verdriet, Vryd wel, maar Trouwd u leven niet. Vorige Volgende