het niet goed met je. Als mantelzorger ben ik er vorig jaar, meer dan mij lief is, geweest. Ik frequenteerde het amc in de Bijlmer, een stad op zich met een doolhof van oneindige gangen, kronkelende stegen en weinig uitnodigende straten. Je wilt er niet dood gevonden worden, als iemand je al zou vinden.
Niemand gaat voor zijn lol naar het amc, maar de hartelijke begroeting in de wachtkamer van de afdeling Oncologie door de dienstdoende vrijwilliger maakt alles nog erger. Zo'n goed bedoelde maar weemakende poging om je welkom te heten op een plek waar je helemaal niet wilt zijn, doet je ogenblikken op je mobiel zoeken naar het nummer van de vereniging voor vrijwillige euthanasie. En na die begroeting moet je wachten, uur na uur na uur na uur, net zolang tot alle meegebrachte literatuur op is en je wel gedwongen bent te grijpen naar de Kampioen en Grasduinen van een jaar oud die daar liggen.
Het maakt trouwens geen zak uit dat die nummers van een jaar geleden zijn, want de meeste patiënten op de kankerafdeling kunnen voorlopig toch niet op reis of eens lekker door de natuur gaan struinen. Die moeten, als ze dan eenmaal aan de beurt zijn, binnen een half uur drie flessen contrastvloeistof wegklokken en worden dan door een scan getrokken, of zij krijgen een sonde door hun strot geduwd. Natuurlijk is dat ook allemaal met goede bedoelingen en om je beter te maken, maar het zou al een stuk prettiger voelen als de dienstdoende medici zulke onderzoeken een beetje draaglijker maken door het zoveel mogelijk bekorten van wachttijden.
Maar nee, daar kunnen ze niet aan beginnen. Stel dat er eens een gat zou vallen in de strakke agenda van visites. Intussen zie je als patiënt wel dat de medische staf om precies 11.00 gaat koffiedrinken en precies om 13.00 uur gaat lunchen. Ja, wat u zegt, dat doen wij ook op kantoor. Alleen daar wachten geen doodzieke en angstige mensen al urenlang. Natuurlijk, ook in het amc doen de meeste employees hun best, maar op de een of andere manier is het systeem er niet op ingericht om een beetje empathie te tonen met zieke mensen, maar veeleer om een dagelijks een quotum patiënten te verwerken.
En dit brengt ons weer bij de invoering door Erica Terpstra van de persoonsgebonden budgets. Zo'n rugzakje zou zieke mensen de kans geven zelf te kiezen voor vorm en invulling van de zorgverlening. De bedoeling was op maat gesneden zorg op menselijke maat. Dat klinkt even logisch als wenselijk, maar het blijkt een moeilijke opgave in Nederland.
Het is niets te veel gezegd om te constateren dat de gezondheidszorg minister Schippers en met haar het hele kabinet voor een echt majeur probleem stelt, dat echt niet valt op te lossen met een bezuiniging hier of daar. Dit probleem zal nog een aantal regeerperiodes in omvang toenemen en als we niet oppassen zal het echt gaan woekeren. Statistici en demografen voorspellen dat pas omstreeks 2044 de bevolkingsgroei zal stabiliseren en de naoorlogse geboortegolf definitief weg is. En niemand weet wat de kosteneffecten zijn van de combinatie van de snelle vergrijzing en groeiende levensverwachting die ons de komende tijd te wachten staat, maar iets zegt me dat het niet tot besparingen in de zorg leidt.
Hierboven stelde ik dat er iets geks is met de gezondheidszorg in Nederland. Ik denk dat dit gekke 'm zit in de endemische kwaal van ons land: de bureaucratie. Die bureaucratie leidt bij zowel zorginstellingen als verzekeraars tot managementlagen waarvan de kosten in een volstrekt onevenredige relatie staan tot de doelmatigheid. En het gekke van bureaucratie is dat die als een natuurwet op alle niveaus leidt tot salarissen die al evenmin een duidelijke relatie hebben met de geleverde prestatie.
In feite hebben we behoefte aan een nieuwe Hans Hoogervorst, die minister van Volksgezondheid was tussen 2003 en 2007. Zijn wetgevingsprogramma voor een nieuw stelsel was het omvangrijkste en meest ingrijpende op het gebied van de gezondheidszorg dat Nederland na de oorlog heeft gezien. In feite behelsde zijn verplichte algemene volksverzekering weinig minder dan een soort National Health Service, zoals Groot-Brittannië dat al decennia kent, maar mocht dat vanwege de socialistische connotatie zo niet worden