Hollands Maandblad. Jaargang 2011 (758-769)(2011)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] MeDeKLiNKeRS RuiKeN LeuK DoM Hugo Brandt Corstius Blaasrob heeft een neus die geurt naar boereslib. Bord met zulke geur blijkt gevuld met drab. Bataaf sprak: ‘Rome zorgt dat ik mij aftob.’ Betoog van die Bataaf klonk als barok getob. Barok blijkt echter vooral de uitsnij van een koerib. Belul dus de blaasrob en de Bataaf allebei. Deemoed: David sliep ermede in een duobed na ‘Doe mee D.!’. ‘Daaraf!’ riep Faraday, ‘en noem dat bed: farad!’ Dialoog tussen David en Faraday was geolied. Diëtiek schenkt de koetijd zijn kooitijd. Daniël zwoer: ‘Daguil is algoed’ met een leeneed. Denim klinkt in Nîmes als een meineed. Foef foutief. Fasig eist men een getal voor zich, stom gesuf! Faroek dronk fysiek en riep: ‘Kus af die karaf!’ Fideel leek de gast, maar het bleek een ladief. Fatum doet zich dikwijls voor zonder motief. Fonen moeten het op hun lippen krijgen van je naneef. Geinig genoeg! Gewiek hoor je in een koemaag met gemak op de keiweg. Gewoel van een gemaal is luimig en lawaaiig. Geruim van dat gemaal blijkt echter meestal mierig. Godin vond het neuzig gezin dat zij nazag op het gazon niet nodig. Galop draagt het risico in zich voor een puiloog. Kazak kajak. Kabaal hoorde ik tot mijn verbazing van een luibak. Koeboom geeft melk in Z.-Amerika en in Indonesië mabak. Komen ze weer klagen over mijn gedicht van namaak? Kooitop is de kampioen van vogels inzake poëtiek. Kubeer de antiloop van Z.-Afrika en krijg pro-loop een reebok. Lepel legaal. Lorum is de toestand van morele leiriem, de moraal. Leven is je aan je navel laven in de nevel. Looikuip is ook voor drank een pokaal. Later laveer je in je raveel tot een ratel. Linies met een sabel tot alibi's herdopen is seniel. [pagina 41] [p. 41] Miniem medium is een modium met moneem. Mezen mazen net zo vies als dat zou doen een nozem. Meiraap brengt het leven echte poeriem. Meter winst maakt als ik toekom het roeiteam. Modes begonnen te groeien in het bedorven plaatsje Sodom. Marot heeft elke zot in een stomme tearoom. Mirabeau riep: ‘Ik erken dat ik zelfmoord beraam.’ Noten hebben namen, maar nomen heeft ook neten. Neusaap gaat elk jaar met Pasen piesen. Natuur bouwt zich vooral in reten van rotan. Naties met een negus bezitten sagen van Satan. Neuriet er ooit een tiran op de toren? Nabob brult net zo bobbelig als een rode baboen. Naaigoed vereist zelfs van een energieke naaister vele dagen. Poliep liep op puikop op kuip van pyroop. Pater en poelier vonden de rolaap een rotaap. Poreus is een pot vol siroop. Palet van een schilder bevordert de toeloop. Peroba maakt het zalmhout tot zijn vaste beroep. Payload behaalt in de paaitijd de dooitop van de dijlap. Paraaf van een faunaap neemt de pen af van een fooiroep. Radar is voor reder roder. Refuus van de rites van een satyr is safer. Ravot in een roeiboot op de Tiber, en tover! Roeiweb van Rambo zegt: ‘Bemuur de Roomse kust, en bewaar!’ Roeilied wordt dan in een daluur de grootste deler. Reliëf zegt tot de kijker: ‘Fileer!’ Roezig is aardig gedraai maar het wordt gezeur. Solo's: serieus sores en solaas. Soebat om het verwijderen van taboes. Sahib houdt echt van beha's. Sieraad op een diario levert vele duro's. Aasraaf wijst eisen af van fines en wordt ten slotte furieus. Soezig en suizig drink je gazeus. Soniek is de kans op muziek voor de Kenaus. Toilet dat toerit van tarot toelaat. Talib zoekt en smeekt om belet. Toepad verschaft het beest het best zijn depot. Toegaf ook met veel lawaai de fagot. Terug van tanig genot was hij door en door gerot. Topiek maakt een toehek van kooihout kapot. Tuimel na dit lied rustig nog gatser over mijn limiet. Vorige Volgende