Hollands Maandblad. Jaargang 2011 (758-769)(2011)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Jasper Mikkers het verleden dat je zoekt, weet wie je bent het staat op afstand in de mist en dampt en schudt zijn manen, is ontstemd steeds dichter schuift het naar je in het heden je bent de kleuter die het been omklemt van een moeder die een eindeloze was afwerkt ze voelt je klauwend grijpen bij haar dijbeen buigt naar je over en trekt uit je vuile overhemd het was door jou dat het een ziel en adem kreeg het leefde op als jij je blik erop liet rusten bewaarde alles als te kleine kleding in een kast het wordt wanneer je weg bent, ademloos en leeg het weet en is begonnen in te pakken, schoen en kus, om met je in te stappen in de laatste bus (het verleden weet wie je bent) [pagina 15] [p. 15] stel je volstrekte duisternis voor ondraaglijke druk, micro-organismen waaierend met tentakels, ogen waren er nog niet er is sindsdien dikwijls gelachen honderdduizend sokken zijn er opgehangen naast kachels pijlen in gif gedoopt, krulspelden ingezet kamelen kregen een zak met water omgehangen baarden van mannen die leer en thee verkochten zittend op een wrak krukje, werden wil als wastabletten in de zon het is miljoenen keren gedaan ook al werd niet één sok teruggevonden tussen toen en nu er werden struiken opzij gebogen gangen gegraven, zand gezeefd gezichten kwamen bloot te liggen die een aardbeving overleefden, dat wel nog voor fatsoenlijk linnen werd geweven er voor het eerst aan kwasten verven kleefden die niet verkleurden maar dit, jouw gezicht, in mijn hand is dat niet prachtig, is nooit gedaan (één keer) [pagina 16] [p. 16] de diepste wet van het heelal mijn wil is zwaartekracht ik ben de wetten die ontstonden in het eerste uur al voor het kon ontstaan lag vast wat ik nu mag volvoeren op de tast wat me leiden zal naar jou die even onvermijdelijk bestaat in stof of weg daarheen die ook niet weet waaraan de greep van hand of glans van onderlip is onderworpen ik ben een onderdeel dat deelt in wat verspreid bijeengehouden wordt en als ik zeg het heeft niet veel gescheeld dan is dat voor de grap want alles wat niet werd voorzien komt vreesloos dichterbij tot aan mijn laatste stap hoe kan ik spreken nog van mijn en ik alleen als ik akkoord ga met het niet-bestaande spel van vrije wil en keuze tikken mijn vingers toetsen aan tot poëzie en kan ik ik persen uit mijn vastgelegde vel (mijn wil is zwaartekracht) Vorige Volgende