commissievergaderingen werden gehouden. Oorspronkelijk duurde de reis eindeloos omdat de trein op de 28 kilometer tussen Luxembourg Gare Centrale en de eerste halte in België, Arlon, wel acht keer stopte. Dit was een overblijfsel uit de tijd dat de trein vrijwel het enige vervoersmiddel in het Groothertogdom was. De conducteurs kenden alle oude dametjes die vanuit hun dorpen als Mamer, Steinfort en Sterpenich, waar geen winkels waren, elders boodschappen gingen doen. Zij werden stuk voor stuk vanaf de Märklin-stationnetjes in hun gehuchten de trein in gehesen. Dat nam zijn tijd, maar het gemor van de ambtenaren bleef meestentijds binnensmonds.
Het is onduidelijk of deze negentiende-eeuwse gewoonte uitstierf vanwege de verbreiding van de auto in Luxemburg of vanwege de toename van onze parlementaire commissievergaderingen, maar zeker is dat de Luxemburgse spoorwegmaatschappij op een gegeven moment besloot de boemel in een sneltrein de veranderen. Met de gebruikelijke lokale voortvarendheid werd de ambtenarentrein van half zeven 's ochtends herdoopt in ‘Le Schuman’, naar de in Luxemburg geboren Franse minister van Buitenlandse Zaken die in 1950 de beslissende oproep tot de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal had gegeven. ‘Le Schuman’ stopte voortaan op weg naar Brussel nog maar op vier plekken en werd na enige tijd zelfs uitgerust met gloednieuwe wagons.
Op de dag dat het gebruikelijke groepje slaperige ambtenaren voor het eerste in de glanzende nieuwe rijtuigen wilde stappen, riep onze collega Herbert Misch ons plots toe dat wij dit niet moesten doen. Er was iets mis. Wij deinsden terug, want Herbert Misch was secretaris van de vervoerscommissie, en hij kon het weten. Bovendien wist iedereen in het Europarlement dat hij een echte treinfanaat was en werkelijk alles wat er in Europa over treinen te weten viel ook daadwerkelijk wist. Hij kende alle lijnen en stations, alle dienstregelingen, alle soorten locomotieven en wagons. Elk jaar bracht hij zijn vakantie door met nieuwe treinreizen. Thuis had hij een magistrale modelspoorbaan die via een gat in de tussenmuur doorreed naar de zolder van zijn buurman, onze directeur-generaal Raymond Legrand Lane, een oud- ingenieur van de Franse Spoorwegen. Misch en Legrand Lane gingen zo ver dat zij hun modelspoorweg stipt lieten rijden volgens de dienstregeling van de Franse spoorwegmaatschappij sncf. Dit betekende dat als daar werd gestaakt, en dat was nogal eens, er ook tussen de belenden zolders niet werd gereden.
En deze Herbert Misch riep nu dat er iets niet klopte. Wat dan, wilden wij weten, want een nieuwe trein is mooi, maar sneuvelen voor het Europese ideaal in een glanzende wagon leek ons weinig aanlokkelijk. ‘De nummers op de wagons kloppen niet!’ verzekerde Misch ons hoofdschuddend. Uiteindelijk bleek dat hij - de grote kenner! - niet wist dat er nieuw materieel voor ‘Le Schuman’ zou komen, en onder hoongelach duwden we hem naar binnen waarna de reis naar Brussel kon beginnen.
Deze deconfiture vroeg om een revanche van Misch. Hij zag zijn kans schoon toen niet lang na vertrek uit Luxemburg de conducteur onze kaartjes kwam controleren. Omdat wij hem en hij ons allemaal kende, en het tijdstip ook voor hem vroeg was, deed hij daar niet moeilijk over en zijn slaperig oog gleed vanuit de verte goedkeurend over onze plaatsbewijzen. Dit was tegen het zere been van Misch, die op barse toon de conducteur gelastte zich te houden aan Artikel 4 van het Reglement van de Conducteur der Luxemburgse Spoorwegmaatschappij, en derhalve naast zijn kortingskaartje ook zijn abonnement te controleren. De brave beambte wist niet wat hij hoorde, maar omwille van de lieve vrede op dit uur wierp hij een blik op het abonnement van de geachte afgevaardigde.
Blijkbaar werden nu ergens diep in hem allerlei wetshandhavende instincten wakker. In elk geval vroeg hij plots ook alle andere inzittenden van de eersteklascoupé naar hun abonnement. Zo kwam hij bij Mevrouw Misch terecht, die haar echtgenoot als gebruikelijk vergezelde. Zij was een platinablonde, nogal chaotische en opgewonden persoon, die altijd bij iedereen de sterren wilde lezen of anderszins van haar helderziende gaven deelgenoot wilde maken. Zij had mij eens in Straats-