veel gedistingeerder, hoewel die het lang niet altijd deed.
Op een dag tufte ik nietsvermoedend en braaf over de Bezuidenhoutseweg richting school toen ter hoogte van het destijds nog onbewoonde Huis ten Bosch ineens een diender voor mijn Solex sprong en mij staande hield. Nadat hij het apparaat aan een uitgebreid onderzoek had onderworpen, bleek hij van mening dat mijn remblokjes niet goed genoeg waren om door te mogen rijden. Die opvatting deelde ik geenszins met hem. Bovendien vond ik dat de kwestie hoe ik aan het vervoermiddel kwam hem geen barst aanging. Hij beweerde evenwel dat ik, indien ik zijn vraag niet naar behoren kon beantwoorden, die Solex wel eens gestolen kon hebben.
En hoe gaat zoiets als je zestien bent en tegenover een wetshandhaver staat die zich opmaakt je kostbaarste bezit in beslag te nemen. U begrijpt, de gemoederen raakten alras verhit en het twistgesprek ging zelfs een politieke richting uit. Dat kwam wellicht omdat ik de diender snerend vroeg of ik er nu echt uitzag als iemand die de brommer had gestolen, waarop hij riposteerde dat de mensen die er het minst naar uitzagen het meeste stalen. Ik riep dat zulks een wel heel oud-linkse mening was, en begon uitgebreid sociaal commentaar op zijn stelling te geven.
Het draaide erop uit dat ik werd gearresteerd wegens belediging van een ambtenaar in functie. Ik werd letterlijk in de kraag gevat en door het gehele Bezuidenhout heen opgebracht naar het bureau op het Stuyvesantplein om aldaar ingesloten te worden. Mijn ouders werden gebeld dat ik op het politiebureau was, maar zij gaven te kennen dat ze me daar maar rustig moesten houden en dat ze niet van zins waren mij te komen bevrijden. Ik heb wel iets geleerd van die eenzame uren in de arrestantencel, want het is de enige keer in mijn gehele schoolloopbaan en studiecarrière geweest dat ik al mijn huiswerk heb gedaan, al was het uit louter verveling.
Na enige tijd werd ik heengezonden met een boete wegens de belediging. Die geldstraf werd door mijn vader op de maandelijkse lunch van gemeentelijke diensthoofden rechtstreeks betaald aan de hoofdcommissaris, de befaamde en enigszins beruchte Gualthérie van Weezel, de vader van het latere kamerlid Hans. Commissaris Gualthérie van Weezel was verzetsstrijder geweest en militair, en stond niet bepaald bekend om zijn vooruitstrevende denkbeelden. Als hoofd der politie was hij echter geliefd bij de Haagse burgemeesters, hoewel de burgerij hem doorgaans ‘Jan Hak’ noemde, naar zijn voorletters J.H.A.K. maar vooral omdat hij - vooral op oudejaarsnacht - ook graag de lange lat hanteerde.
Sinds mijn arrestatie heb ik de politie zo veel mogelijk gemeden, hoewel dit niet altijd lukte. Toen ik in Luxemburg woonde in mijn tijd bij het Europees Parlement raakte ik zelfs op goede voet met de twee gendarmes van mijn dorp. Het hielp wellicht dat ik een huis huurde van hun chef. Die twee dienders hadden op een vaste plek op de weg van Luxemburgstad naar Echternach een val voor snelheidsovertreders, maar elke keer als ze mij met gierende banden naderbij zagen komen, werd het stopteken omgebogen in een vriendelijk saluut, want de huurder van je baas kon je niet bekeuren.
De goede verstandhouding liep uit in een farce toen aan het begin van de oliecrisis ineens mijn benzinetank leeg bleek te zijn. Ik was niet van zins aangifte te doen van brandstofdiefstal, want in Luxemburg was en is de benzine het goedkoopst van heel Europa. Wel vertelde ik het voorval aan het hoofd van de veiligheidsdienst van het Europarlement, een Vlaming, die nochtans luisterde naar de naam Wallon. Die vond dat ik het er niet bij mocht laten zitten en waarschuwde op eigen initiatief de gendarmerie van het Groothertogdom. Reeds binnen enkele uren rukte de gehele mobiele eenheid van Luxemburg in hun twee jeeps uit naar mijn huis, alwaar ze langs mijn nergens iets vanaf wetende echtgenote binnenstormden onder het slaken van de kreet: ‘Le president du Parlement doit être protegé!’ Inmiddels zat ik echter hoog en droog in Brussel, zodat ze onverrichterzake weer moesten inrukken. Nadien moest de chef van de lokale gendarmes rapport opmaken over wat de op één na spannendste operatie onder zijn