Hollands Maandblad. Jaargang 2010 (746-757)(2010)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] L.Th. Lehmann Regendruppels voor je lippen zijn in zoenen opgegaan en de tranen op je wimpers kon ik niet laten bestaan. Maar de dauw der schaamteharen die klaagt steeds ons beiden aan. Niemand vraagt waar tranen vallen waar een regendruppel blijft En waar blijft de dauw der liefde? * Woorden Wil ik grijpen, Van alle kanten betasten, Voor mij neerzetten, Opstapelen, Blok op blok. En als ik de bovenste niet meer zie Ze omdonderen Op de mensheid. [pagina 46] [p. 46] Voor een roos Lieflijke bloem die uitsteekt boven het groen van de bladeren, als het bloed van een wond, rood... rood... Jij parodieert die lippen, purper, die halfopen genoemd kunnen worden kussen van dorstige mensen. Zij hebben gekopieerd van je blâren de kleur van hun banier, de voorhoede van de kampioenen van het idee. En daarom aanbid ik je, mooie bloem, omdat je boven het groen van de bladeren, uitsteekt, rood... rood... * Aan de rand van het stadslawaai Daal ik af naar de donkere kaai De geur van manillatros, teer en zout De roestige afbladderende relingen, De staaldraden oprijzend naar de zalingen, Alles is mij innig vertrouwd. Vorige Volgende