Hollands Maandblad. Jaargang 2010 (746-757)(2010)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] De dag voltrekt zich Willem Thies Morgen is het juni. De dag voltrekt zich dom en onverbiddelijk. Het grommen van de bussen, het slingeren van een tram, die met schrille slijpende klanken tot stilstand komt, het driftige ongeduld bij oponthoud, claxons, gekanker, verhitte blikken, vuisten, het verkeer gutst, tot het wordt gestelpt door een opgebroken straat, een klimmende brug, de peristaltiek van de grote stad. De dag voltrekt zich dom en onverbiddelijk. In de avond troepen onweerswolken samen boven de rand van de stad. De lucht ontlaadt zich met het geluid van knappend ijs. [pagina 48] [p. 48] Markt Hij had een ernstig lichaam en een taaie blik, hij bleef onafgebroken staren wanneer anderen zich afwendden of hem niet zagen staan. De vrouw op de markt die rond hem speurde alsof hij niet bestond, zij was niet blind. Haar vingers trokken de huid van een perzik, het sap sijpelde langs haar polsen. Haar onderlip stak iets naar voren, als van een beteuterd kind. Een balk schemerde in een plas water. Vliegjes zwermden boven de kersen, een tros druiven wierp een wolk stof op. Zij moest hem zien, hij zou binnendringen in haar gezicht. [pagina 49] [p. 49] De laatste lezer Voorbijgangers turen schaamteloos in de kijkdozen van woningen, etalages vol huiskamers. Monsteren de binnenkant: een gezin zit samengepakt voor een flatscreen, koude parodie op een open haard. Het blauwe licht van een zonnebank op een bovenverdieping. De kale ravage van een studentenpand, gedateerde affiches roepen op tot actie. Gekooide parkieten, aquaria, reproducties van kostbare schilderijen, een piano, vazen, planten. Aan een tafel bij het raam zit een man over zijn boek gebogen, alsof hij de laatste lezer verbeeldt. Hij slaat een bladzijde om voor de denkbare toeschouwer. Op de vensterbank van het hoekhuis een kind, zijn handen vormen kokers voor zijn ogen. Vorige Volgende