Hollands Maandblad. Jaargang 2010 (746-757)(2010)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] We keken in onze koplampen en reden ons aan Vicky Francken Er ging iemand dood. In ons huis. We waren er niet, maar voelden de warmte, zagen de rook uit de oven. Roken het gas dat in dampen de tuin kruidt. Waadden met bloeddoorlopen ogen de gang in, draaiden de badkranen open en gingen zelf liggen. Er werd toch niet zonder ons iets beëindigd. Daar wilden we bij zijn. Er werd in ons bijzijn waarachtig niet zonder ons gestorven. We lieten ons tenslotte de dood niet ontzeggen. We keken in onze koplampen en reden ons aan. Huilden en troostten onszelf, sloegen onze armen om elkaar en waren tegelijkertijd al heel ver heen en ver van ons vandaan. [pagina 25] [p. 25] Verontwaardigde gitaren zingen niet Mijn klankkast is misschien massief, maar op het hout na, niets. Mijn grondtoon is gestorven. Ik heb de juiste snaar van hol zijn beroerd, ben zelf holte geworden, maar blijf onverklaarbaar onhoorbaar. Ik ben mezelf niet meester, resoneer niet meer. Heb vals in de kast liggen wachten op wie me wist te stemmen, maar werd tam zo geremd als ik ben. Ik ben glanzend dood hout in je handen. En je zingt niet en je speelt niet en je zit in het donker en je hoofd laat zich het beste vergelijken met de zwijgende kap van je hanglamp. Vorige Volgende