Hollands Maandblad. Jaargang 2010 (746-757)(2010)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Rover Bas van Putten Wat voor het opstijgen eerst zinken dorst Om het gewicht van zijn verheffing op te vangen Dat, wist de wijsgeer, is het wezen van de moed Ik sprak: dan is waar vallen stijgen wordt het wonder dat de verloste zwevend keert zonder de grond te raken dat nu klonk ijdel raadselachtig naar zijn zin maar tot vertrouwen bracht mijn woord hem niet: ik moest het uitzingen Waar wij toevallig liepen zag ik bomen staan en ik wees halt roepend een vogel aan en sprak: laten we wachten tot zijn wil geschiede Het was een grote zware zwarte vogel die zijn vleugels voor ons uitsloeg mythologisch uitdijend tot fabeldier zijn breedte proefde en zijn hoogte achtte Zie ons, dacht ik, als jagers wachten Nu het bewijs nog, wees de wijsgeer Mijn mystiek op hogere verplichtingen dan trouw Ik floot en stampte op de weke bodem haast een zee en een onzichtbare verkenner zag mij schuddend aan de boom om vruchten denken god, hij valt Hij viel van tak naar keerpunt metafoor en tot zijn vallen natuurkundig uit zijn zweven wiekte religie in tijdnood kon ik niet het ogenblik aanwijzen van zijn kerstening maar evengoed had ik gevoeld waar ongezien mirakels hoger wil beschikte dat hij niet verloren was Gevlucht, baste mijn reisgenoot Kon je de tijd maar stilzetten zei hij En konden we maar vragen wat een vogel voelde Dan hadden we gezien wat je bedoelde Maar dat is nooit een mens gelukt Een vogel is geen filosoof en alleen die kan hem begrijpen [pagina 34] [p. 34] Volkslied Klaag niet, stom kanonnenvoer Over de marsen de bevelen de rantsoenen en de doden Bespaar me jullie offerzin en valse trots Spaar me de overmacht en de omstandigheden Spaar me de wonden en de zwakke leden Spaar me de desillusies het verraad van de verklikkers en de brekebenen Soldaat, dat is wat jullie zijn gebleven van loopgraaf tot Wall Street en Vaticaan van voetvolk tot driesterrengeneraal soldaten van de beurs de staat de lieve heer altijd een ander die het heeft gedaan de horigheid tot in de genen Zeg niet het was de nood het was de plicht de vrouw het was voor onze kinderen en hongerige magen vaderland de lieve vrede Zeg niet het overkwam me maar als iedereen een mens moet wat ze had me nooit meer aangekeken god wat kon ik anders luister nou de dingen gaan zoals ze gaan Zeg niet soldij de zekerheid en het geloof der vaderen zeg niet hoe we misleid werden en hoe we er met open ogen waren ingetuind zeg niet dat anders zij waren begonnen wisten wij veel Zeg niet hardop dat jullie beter hadden moeten weten boet stil bedenk hoe luide biecht een schuld besmet zwijg moedig vraag wie ben je de soldaat in mij Kijk voor het antwoord in de spiegel breek thuis molenstenen op privéaltaren zo alleen als denkbaar blijft met dichte deuren Zeg nooit meer wij namens het ik wees ik zwijg eeuwig handel ik houd ik de eer in ere, amen, voorwaarts mars Vorige Volgende