Ende hier omme
door A.H.J. Dautzenberg
Het is nog donker als in de vroege morgen van de vierde januari 2009 Johanna van Walveren ontwaakt. Ze rilt van het koude water dat via haar onderrug in haar bilspleet stroomt. Haar vriendin Marjan zit op de rand van het bed.
‘Jezus, waarom gooi je in godsnaam water over me heen?’
‘Jos, ik heb liever niet dat je vloekt.’
‘Sorry hoor, maar welke idioot gooit er dan ook 's morgens een glas water over me heen!’
‘Dat was geen glas Jos, het is een kraan, ik heb de kraan gewoon even opengezet. Je hebt een kraan op je rug en daar komt water uit.’
Johanna snapt er niets van. Een kraan op de rug? Ze kijkt verbaasd naar haar geliefde.
‘Voel dan! Je hebt een kraan op de rug, en daar komt water uit als je die opendraait. Het is een boodschap van God!’
Johanna gaat zitten en voelt met haar linkerhand. Ja, daar zit iets, maar ze kan er net niet bij. Met haar rechterhand probeert ze van boven het ‘iets’ te bereiken. Ze strekt haar rug, maar nee, de vingertoppen blijven in het luchtledige dansen. Ze is te dik.
‘Geef een spiegel!’ commandeert ze.
Marjan neemt de grootste van de wand en zet die schuin achter Johanna.
‘Wat krijgen we nou! Waar komt die kraan in godsnaam vandaan! Haal hem weg!’
Vol schrik kijkt Johanna naar het koperen kraantje dat in haar rug zit vastgeklonken. Het is grotendeels groen door de oxidatie. Aan het uiteinde bungelt een druppel.
‘Niet vloeken lieve schat, het is een boodschap van God.’
‘Haal dat ding van mijn rug! Snel, snel een beetje!’
Maar wat Marjan ook probeert, hoe hard ze ook trekt aan de hals, het kraantje laat niet los.
‘Oh help dan toch, zorg dat het ding van mijn rug verdwijnt!’
‘Jos, je moet niet kwaad worden. God heeft jou uitverkoren. We moeten dankbaar zijn.’
Marjan slaat een kruis.
‘God heeft hier niks mee te maken. Dit is een misselijke grap. Misschien wel van jou...’
‘Een grap? Hoe kan er dan water uitstromen?’
‘Water? Daar geloof er niets van. Draai de kraan dan open.’
‘Eerst iets halen om het op te vangen.’
Marjan zet een groene emmer achter Johanna neer en draait voorzichtig de kraan open. Liters water stromen eruit, er komt geen einde aan. Marjan sluit de kraan weer. Johanna zakt op de knieën en begint te bidden. Haar vriendin volgt het voorbeeld. Uren prevelen ze met gesloten ogen Weesgegroetjes en Onzevaders. Tranen biggelen over hun wangen.
Wat betekent dit? Wat verwacht God van hen? Radeloos lopen ze rondjes in