[744]
Deze maand
Deze maand was het twintig jaar geleden dat Europa een interessant jaar meemaakte - de historicus Timothy Garton Ash betoogde zelfs in The New York Review of Books dat het ging om ‘het beste’ jaar in de Europese geschiedenis. En, voegde hij er opgewekt aan toe, 1989 was waarschijnlijk ook meteen het laatste jaar dat Europa een rol van betekenis speelde in de wereldgeschiedenis.
Nu ja, deze Brits-Amerikaanse geleerde blijft een onverbeterlijke optimist, want wie nader toeziet, merkt dat West-Europa destijds helemaal niet speelde, maar tamelijk schoorvoetend of zelfs (zoals Groot-Brittannië en Nederland) nogal huiverend, en in elk geval verstijfd van verbazing keek naar de ontrafeling van de naoorlogse ordening van de Oude Wereld. Het grote - en toevallige - geluk voor de inwoners van Oost-Europa was dat de toenmalige wereldmachten eveneens aan de grond genageld stonden. Zowel de nieuwe Amerikaanse president George Bush sr. als Sovjetleider Michael Gorbatsjov meenden abusievelijk dat hun belangen het best gediend werden door helemaal niets te doen. De eerste zag weinig in de dissidenten (zijn toenmalige minister van defensie Dick Cheney vermoedde zelfs dat de protesten een valstrik van de Russen waren), en de tweede calculeerde dat al het gestommel in de satellietstaten vanzelf tot rust zou komen aan de grens van de Sovjet-Unie. - Een dubbele vergissing, en zoals zo dikwijls werd de koers van de wereld aldus bepaald door uitglijders, misvattingen en struikelpartijen in de mistbank die we geschiedenis noemen.
Twintig jaar later kijken we in verwondering om. En nog steeds is het moeilijk niet aan de indruk te ontkomen dat destijds de moed van de demonstranten in Warschau, Praag en Leipzig, die hunkerden naar individuele vrijheid, nogal botste met de hunkering naar individuele welvaart in het Westen. Daar begonnen precies in datzelfde jaar de vrije jongens van de commerciële omroep de generatie van '68 te volgen met de lucratieve tocht door de instituties.
Indien we onszelf afvragen wat de afgelopen twintig jaar ons hebben opgeleverd, zien we een zonderlinge cocktail. We zien een land dat zucht onder vreemde sujetten die onze beschaving ondergraven met hun kinderlijke bijgeloof - ik bedoel hier de zich snel vermenigvuldigende stam van managers en consultants die o zo vaak vegeteren op de algemene middelen zonder dat iemand hen verbiedt een streepjespak op de openbare weg te dragen. We zien een land waar de afgelopen twee decennia de bankiers de dekkingsratio in het bancaire systeem lieten verdampen van een solide 16 procent naar een wankele 8 procent. En we zien een natie waar twintig jaar geleden de basisvorming werd ingevoerd waarvan we thans de vruchten plukken met Hogeschoolstudenten op de Pabo's van wie zo'n 40 procent niet een reken- en taaltoets haalt op het niveau van groep 8 van de Lagere School. Gelukkig is het op de universiteiten beter gesteld met het rekenen; daar weten studenten dat bij veel vakken een 5,25 voor een tentamen wordt afgerond tot een 5,5 en dat zulks als ‘voldoende’ telt.
Als latere generaties vragen wat wij nu precies met onze vrijheid deden, in de twintig jaar na de val van de Muur, dan kunnen wij kortom met gepaste trots bogen op een onuitwisbare bijdrage aan de bloei van de Westerse civilisatie. - bb