Koud
door Nina Roos
Tussen net voorbij Bunne en Eelde loopt een smal geasfalteerd fietspad. Met weilanden aan linker en rechterzijde en een enkele boom. Die dragen in de zomer nauwelijks blad. Aan het begin staat een boerderij, de enige die je tegenkomt. Daar komt steevast een magere, zwarte, kortharige hond hysterisch blaffend op Jet af. Hij rent tot de rand van het asfalt en stopt pas met blaffen als ze de eerste flauwe bocht naar rechts voorbij is. Op driekwart van het pad kom je langs een houten afdakje waar je kunt schuilen.
Via dit pad fietst Jet naar zwembad Lemferdinge. Het is een zaterdagochtend zonder wolken. Het wordt vandaag 26 graden in Drenthe. In de loop van de dag wolkenvelden en kans op een lichte bui. Windkracht drie, vanuit het zuidwesten.
De groene rugzak in haar fietstas zit vol. Er zitten twee flessen cola in, een snoeppuntzak, koeken, een schriftje, een spuitbus slagroom, negerzoenen en een etui met potloden. Jet fietst nooit zonder haar hoofdtelefoon omdat ze anders de wind hoort. Het fietsen lijkt dan moeizamer te gaan. Ze wiebelt nu en dan op haar zadel heen en weer, omdat er een opgloeigevoel van komt. Al haar donkere haren zitten vast in een zilverkleurige plastic haarklem. Het is haar zesde kassadraaidag. Ze opent om tien uur en zorgt ervoor dat ze ten minste tien minuten te vroeg aanwezig is.
Het zwembad heeft een buitenproportioneel grote parkeergelegenheid. Ze zet haar fiets op slot, ook al heeft ze gezien dat niemand dat hier doet. Aan deze kant van het bleekblauwe gebouw zit één deur. Ze steekt een lange sleutel in het slot, gaat naar binnen, draait het slot weer dicht. Haar beige trui hangt ze aan de kapstok aan de buitenkant van de wc-deur. Er zit een witte kauwgom vlek op haar mouw, al een week of drie. Haar vriendin zei nog: ‘In de vriezer! Zo gepiept.’ Maar ze is er nog niet aan toe gekomen.
Ze pakt een kleine sleutel uit de besteklade in het keukentje, opent er de hoge kast mee en haalt de geldkist eruit. Door de glazen deur ziet ze dat de badmeester al op zijn stoel zit bij het diepe bad. Hij is altijd veel te vroeg aanwezig en ze begrijpt niet waarom. Ze zwaait. Hij ziet het niet.
De glazen deur leidt naar het openluchtbad. Omkleden, plassen en douchen: links voor de mannen, rechts voor de vrouwen. Meisjes en jongens eigenlijk, want er zijn nog nauwelijks volwassenen gekomen dit jaar. Dertien kinderen zijn er op haar meest drukke dag komen zwemmen. Jet mag gratis zwemmen maar het water is haar te koud. Bovendien durft ze niet te zwemmen waar anderen bij zijn.
Om half elf komt de badmeester. ‘Even een bakkie doen,’ zegt hij. Drie minuten voor half elf drukt ze op het koffiezetapparaatknopje. Ze zet de suikerpot rechts van het kopje koffie neer voor de badmeester. Voor zichzelf schenkt ze een glas Cola Light in.
‘Hoe is het?’ vraagt de badmeester.
‘Goed hoor’, antwoord Jet zacht.