Hollands Maandblad. Jaargang 2009 (734-745)(2009)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Over die eeuwige hemel Leo Vroman 1 Langzaamaan wordt het tijd om mijn ziel eens te vertellen wat ik mij voor kan stellen van zijn hemel en eeuwigheid, om dan vooral te zwijgen van echte heelallen waar ook wel natuur bestaat maar zo anders dan onze eigen, waar het zonlicht uit ijzerdraad met knobbeltjes bestaat, waar de zonnen en de manen eens in de week stilstaan en de tijd zelfs eens in het jaar een dagje achterstevoren, waar niets is te zien of te horen dan de schurende nanachtschijven die de dag tevoorschijn wrijven. Hoe haalt je hemel hierbij? Aan wat voor onmenselijkheden zullen wij moeten wennen? Hoe gestorven leven wij in een gestorven verleden dat wij zelf niet meer herkennen? [pagina 27] [p. 27] 2 Nee, ik denk de hemel voortaan als een heel gewoon gebied waar iedereen hoort en ziet, want wat heb je er anders aan. Zie die blote maagden en knapen in kennelijke staat zo maar in de donzige straat paren, prevelen en slapen! Geweldige krekels en kraaien en jij ook levensgroot op wolkjes in avondrood (die laten zich ook graag aaien). O, mij door een houtwesp laten omhelzen en knarsend zoenen of iets wesperigs met mij doen en, laat ons daar niet over praten. Is jouw hemel die alvergevende kolonie van dode gezinnen, wat is daarvan dan het mooie? Dat men hier met de levenden minder leuks kan beginnen dan met die dooie? [pagina 28] [p. 28] 3 Maar ziel, als jij niet blijft wonen in een soort van mensengestalte en slechts in een wolk elektronen? Zijn wij dan echt niet al te wazig om ons te vertonen? Trouwens nu al in dit leven en dus waarom niet hierna moet mijn lichaam zich overgeven aan kwantum mechanica: kijk in mijn hersens, daar gaat een elektron, kijk, kijk op twee plaatsen tegelijk! En dit is waarmee ik praat, en daar gaan er twee uit elkaar die toch 1 enkel ding blijven! Wat is hier aan de hand? Ik wil mij begrijpen, maar ik ben niet te beschrijven boven mijn verstand. [pagina 29] [p. 29] 4 Is er in mijn lichaam ooit een menselijke ziel geweest, een die mijn werk herleest en mijn laatste zin voltooit, of slechts een kwantumfabricaat waar ik mijzelf niet in herken doordat ik er een deel van ben, wat ook, ziel, wat inderdaad zal je aan de aarde binden, waarom blijf je, ijle slier, als een dolend rookdier hier dan om mijn liefste terug te vinden en daar, stromend van ideeën met haar tot levend vlees verkleinen voor we in elkaar verdwijnen, 1 lief diertje met ons tweeën dat met stulpjes week van lust iets in een land of lichaam giet waar iets anders was geweest en even spartelt, kriebelt, kust, veracht, verzoent, ik weet het niet, geneest Fort Worth, 27 april 2009 Vorige Volgende