Hollands Maandblad. Jaargang 2009 (734-745)(2009)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Ingmar Heytze Ex 's Nachts ga ik terug en breek in negen levens in. Thuis hangt een stuk papier vol foto's: achtertuinen, vides en portieken. Die dakkapel. Dat trappenhuis. Mugshots, mugshots. Ik woonde hier ook, kijk maar hoe ik niet één keer verdwaal. Uit boekjes onder bedden knip ik een vrouw met deze borsten, die handen, zulke benen, dat hoofd. Het jouwe daar overheen geplakt: klaar is Kees, niet denken aan mijn achttien nieuwe schoonouders. Van wie zijn die benen, die heupen, die schouders? Dat mag je niet vragen. Pap, mam, hier is ze, ik stel jullie voor, mijn nieuwe lief met naald en draad: Collage. [pagina 15] [p. 15] Hazen, egels Hazen vindt de mevrouw van de opvang het mooist. Hazen zijn klaar om te rennen vanaf hun geboorte: poten, oren, ogen al open, alles doet het meteen. Geen dier is minder beschut dan een haas. Een haas gaat slechts gekleed in weiland, in de afstand tussen jou en hem. Een haas is naakt onder de hemel. En egels, vraag ik, hoe zit het met egels? Egels, zegt ze, zijn kippig, traag, altijd aan het rommelen in de struiken als kleine voddenboertjes. Ook mooi. Maar anders, hulpelozer. Zoals ze proberen om hun zachtheid te verstoppen in een fort van stekels. Hoe ze er nooit in slagen te verdwijnen in zichzelf. Hazen, zegt ze na een tijdje. Hazen zijn omgekeerde egels. [pagina 16] [p. 16] Examinator gedicht in vijf versnellingen Stuurloze van ons twee, in welke oorlog bent u fout geweest. Ik bedoel, waarheen voert deze vlucht in steeds dezelfde cirkels langs rotondes, drempels, voorrangswegen, op zoek naar een ingreep of een hellingproef die bergafwaarts glibbert in angstzweet. Was het vak van tandarts te hoog gegrepen? Welk verleden loert achter uw dwaalspoor, welke maffia of kenau is naar u op zoek? Ik wil het weten, liefst door u aan de vangrail te ketenen en uw weerstand te breken bij groot licht. Liefst dommel ik nu weg achter het stuur - als ik mijn ogen dichtdoe hangt u naakt ondersteboven van het viaduct, het asfalt dampt onder mijn banden als ik deathproof invoeg. [pagina 17] [p. 17] Benjamin Benjamin, jij bent een reiziger door buiken, vanuit de warmte op weg naar het licht heb je de tweede alweer achter je gelaten. Je bent maar klein. Je was nog kleiner. Zo klein, je schemerde nog maar, dreef je tussen oevers van zijn en niet-zijn naar een waterval. Onze handen tilden je voorzichtig op het droge. We hebben bij je gewaakt tot vandaag. Hier is de wereld, te groot om in te pakken. Hier is de wereld, te klein om meer te zijn dan één tussen miljarden, net als wij. Ooit kun je deze woorden lezen. Hier is de wereld. Hij is helemaal voor jou. Vorige Volgende