Misschien is hij bij iemand die ik niet ken.
Bonjour, Eveline. Ja, het gaat wel. Niet slechter in ieder geval. Weet je dat Harvens' broer dood is? Ja, in Port au Prince. Vorige week. Harvens zei dat het een ongeluk was, maar dat geloof ik niet. Ik denk dat hij ruzie heeft gehad met zijn vrienden uit Jamaica. Daarom was hij naar Port au Prince gegaan. Maar als je ruzie hebt met de Jamaicanen, vinden ze je overal. Mens, hij werkte al een jaar voor de Jamaicanen. Sinds Adler verdronken is. Dat was zogenaamd ook een ongeluk. Waar ga je naar toe? Door het dorp? Nou, tot ziens dan. Ik ga over het strand.
Misschien werkt Moris voor de Jamaicanen. Misschien heeft daarom niemand hem gezien. Dat is het natuurlijk. Hij is op zee met een lading stro. Natuurlijk. Anders was hij wel teruggekomen. En nou komt hij terug met zakken vol geld.
Dag, Martial. Schiet het een beetje op met de boot? Goed, goed, goed. Ik heb echt geen tijd voor een praatje. Ik moet naar de markt. Zijn de kippen nog wakker? Eersteklas. Moet je die dijen voelen. Moris? Dat mag ik je niet vertellen. Hij komt over een paar dagen terug. Ik mag je echt niet vertellen waar hij is. Handel, snap je. Vraag het hem volgende keer zelf maar. Is hij je geld schuldig? Zoveel maar? Nou, daar hoef je je in ieder geval geen zorgen meer over te maken. Tot gauw. Martial.
Ze schieten hem dood en stoppen zijn lichaam onder de wortels van de mangroven, zodat niemand hem ooit vindt. Ze gooien hem midden op zee overboord, net zoals Adler. Waarom heeft Moris nooit iets over de Jamaicanen verteld? Misschien komen ze ook naar mijn huis, met stro en grote pistolen en stukken vol geld.
Oh, ik hou zo van mijn lieve, lieve Jezus. Zijn jullie nog wakker? Jullie moeten wakker blijven tot je bent verkocht en geslacht.
Kip! Kip! Eersteklas kip! Moet je die dijen voelen! Waarom kan ik hier niet zitten? Zit hier al iemand anders dan? Plaats genoeg, ik hou de mand wel op mijn schoot. Ach, mens, rot op. Ik wil hier niet eens meer zitten. Je stinkt. Kip! Kip!
Opgepast, daar is Aunel. Even een omweg maken. Zijn kleren zijn helemaal zwart van de houtskool. De stumper. Maar ik mis hem wel een beetje, nu Moris weg is.
Dag, tantetje. Een kip? Vijfentwintig per stuk. Vijfenveertig als je er twee neemt. Niet? Mens, je weet niet wat goed voor je is.
Waarom heb ik ooit die kolenbrander zijn zin gegeven? Ik moet hem vertellen dat zijn dochter ziek is. Waarom eigenlijk? Hij geeft me nooit een sou voor haar. Ik hoef zijn geld ook niet meer, nu Moris terugkomt met zakken vol van de Jamaicanen. Als hij terugkomt.
Kip! Eersteklas!
Natuurlijk komt hij terug. Zo'n vrouw als ik vindt hij nergens anders. Eersteklas. Moet je die dijen voelen.
Mag ik hier zitten, omaatje? Ik neem de mand op mijn schoot. Ja, ik ben de dochter van Floré. Echt waar? Dan zijn we familie, want Floré was eerst bij Edmond, voor mijn vader terugkwam uit Cayes. Dus Sherley is mijn halfzuster en ze is met Venet, of was, moet ik zeggen, want ze heeft hem weggestuurd, en haar vader, Sherley's vader, bedoel ik, is jouw neefje. Kip! Vijfentwintig! Kip! Natuurijk zijn we familie, want Sherley's vader is de zoon van Lucsenda, en wie was Lucsenda? Precies. Dus we zijn duidelijk familie. Het is niet druk vandaag. Kip! Wil je geen kip, omaatje? Voor jou doe ik er wat van af. Ja, het leven is duur, ik weet het. We leven in moeilijke tijden, ik weet er alles van. Kip!
Als Moris niet terugkomt, ga ik zelf naar de Jamaicanen. Ik weet waar ze hun