Hollands Maandblad. Jaargang 2009 (734-745)(2009)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Kees van Domselaar Mijn lief, met vermoeide ogen Mijn lief, met vermoeide ogen lees ik je winterse brieven en voel me oud en op een plek gezet waar ik liever nooit was geweest kijk ergens moeten we voor het eerst hebben gemerkt dat de gang van zaken zou worden onderbroken en dat er een dag zou komen waarop niets meer vanzelfsprekend was en in dat verdwenen landschap van de tijd gingen we 's morgens vroeg ergens opgewekt op pad met een vreemd besef diep weggestopt in onze nieren want alles wat er was leek voorgoed voor ons geluk daar even neergezet maar hoe zouden we later achter zoveel feiten nog een vermoeden kunnen duiden van iets mijn lief, wat een bedoeling had. [pagina 42] [p. 42] Bij een schilderij van Jan Mankes Dat we juist dachten een houding te hebben gevonden stevig genoeg tegen al dat botsen en breken en blijven en dat er berichten kwamen, die we niet konden plaatsen noch begrijpen maar die ons toch bezig hielden als de wisselingen van dag en nacht en ofschoon we wel wisten dat het dichtbij was alleen nog moesten gaan kijken om het daarna te hebben gezien, leefden we bij wijze van uitstel om niet te zijn waar we waren om niet te zeggen waar het om ging het was laat op de middag, geluk had geen handen meer, er kwamen berichten die we liever niet lazen, we wilden niet weten wat we al wisten en dachten een eind weg zolang het nog kon. Vorige Volgende