From the book depository
Boeken hebben de toekomst
Al de filosofische werken en wijsgerige traktaten die ik veelal vergeefs doorworstelde in mijn bestaan, hebben mij één waardevol inzicht opgeleverd. Stront druppelt altijd van boven naar beneden. Ik weet niet meer precies welke denker dit bedacht, en soms twijfel ik er aan of het wel een denker was, maar ik bedoel dit: als de bedelaars in een land corrupt zijn, krijgen zij vast een zeker een goed voorbeeld van hun machthebbers. Ik bedoel ook dit: als het
vmbo-onderwijs in een land tot een staat van desintegratie is vervallen, dan zegt dat niet veel goeds over de universiteiten waar de mensen
worden opgeleid die deze samenleving leiden. Ik bedoel tevens dit: als niet weinig journalisten oprecht menen te denken dat ‘twitteren’ de toekomst van hun professie is, dan kan men raden dat hoofdredacties de greep op hun krant of programma behoorlijk kwijt zijn.
Anders gezegd: als het beneden lekt, dan heeft iemand boven de kraan open gezet. Elke misstap wordt in het hoofd geboren en door de voeten uitgevoerd. Een symptoom van deze oerwet is het verontrustende gemak waarmee de laatste tijd bij kranten de boekenbijlagen worden opgeheven.
Zo kondigden de afgelopen maand The Washington Post aan dat het zondagse supplement Book World gaat verdwijnen en werd op de Nieuwjaarsborrel van De Volkskrant duidelijk dat de boekenbijlage ‘Cicero’ waarschijnlijk ook wordt geofferd op het altaar van de journalistieke vooruitgang. Al eerder werd de gezaghebbende boekenbijlage van The Los Angeles Times stopgezet en slankte de boekensectie van Vrij Nederland af tot een staat van volledige versterving. Zij zijn lang niet de enige, en zij zullen ook niet de laatste zijn.
Er speelt hier een drieledig probleem. In de eerste plaats behoren boekenbijlagen altijd tot de minst gelezen katernen van een krant, en ze zijn derhalve voor adverteerders niet erg interessant. Als een periodiek moet bezuinigen, blijkt al snel dat de pagina's van boekenbijlagen lang niet opleveren wat ze kosten (in tegenstelling tot pagina's over life style, reizen, drank en andere onmisbare ditjes en datjes). Bovendien weten uitgevers dat ze boeken veel gemakkelijker kunnen hypen in glossy's, gratis kranten en andere media met een lagere drempel.
In de tweede plaats is het blijkbaar niet eenvoudig om een goede boekenbijlage te maken. Bij NRC Handelsblad werken elke week liefst zeven redacteuren aan een bijlage van 12 à 13 kleine tabloid pagina's die zelfs mij als boekenslaaf lang niet altijd wakker kan houden. Afgezien daarvan is elke boekenbijlage een journalistieke achilleshiel, omdat juist hier een permanente dreiging is van pompeusheid, literaire inteelt, verstrengeling van ideeën en belangen, alsmede van een middelbareschool-achtige adoratie van literatuur door dweperige boekenliefhebbers, die zowel journalistiek als intellectueel onverteerbaar is. (Men leze hieromtrent de even amusante als informatieve novelle The Belles-Lettres Papers van Charles Simmons, voormalig redacteur van The New York Times Book Review.)
Het ironische is dat De Volkskrant zich niet heel erg hoeft te schamen voot ‘Cicero’, dat doorgaans wat levendiger en speelser is (ik schreef bijna ‘was’) dan de bijlage van de NRC, maar ook wel een stuk lagere ondergrens heeft. Eerlijk gezegd denk ik dat menig lezer wel andere bijlagen weet die rijp zijn voor het slachthuis.