geven voor een lening van ruim 225 miljoen dollar om de geldproblemen het hoofd te beiden. Aanstaande mei zal het bedrijf moeten beginnen met het terugbetalen van 400 miljoen dollar, en in 2011 met de terugbetaling van nog eens 366 miljoen dollar van een andere lening, beide onder meer gebruikt om de ‘crossmediale verbreding’ tot stand te brengen.
Anderzijds heeft ook de Britse krant The Guardian, die een van de simpelste krantenwebsites maar ook een van de succesvolste ter wereld heeft, over het afgelopen jaar verlies geleden. Wie dat verlies evenwel nader bekijkt, ziet dat vooral de lokale kranten van het Guardian-concern verlies leden, dat de radiostations quitte draaiden, maar dat de simpele, succesvolle gratis website een behoorlijke groei liet zien in advertentie-inkomsten. Geen uitgebreide Guardian-tv hier, geen Guardian-journalisten die elkaar interviewen voor de camera, alle video's en blogs op duidelijke afstand gehouden van de geschreven informartie, en een toegankelijk krantenarchief. Gratis en goed; dat lijkt er meer op.
- Biedt commerciële verbreding de redding? Blijkbaar denken de kranten van wel. Onlangs nog richtte NRC Handelsblad een eigen boekuitgeverij op om de publicaties van de eigen journalisten uit te baten. En die activiteit past in een gestage stroom ‘special products’ die te koop worden aangeboden door vrijwel alle kranten, variërend van reizen tot cd's en van boeken tot cursussen. Kranten hebben deze strategie vanouds gehanteerd - in Nederland bijvoorbeeld Het Vrije Volk - maar het probleem bleef altijd dat men branchevreemde omzet ‘kocht’. En omzet kopen (dus veel investeren om een beetje extra inkomsten te genereren), loopt steevast uit op verzwakking van de ‘core business’.
Misschien kan men ditzelfde euvel zien bij het experiment van NRC Handelsblad met de jongerenkrant nrc.nxt. Hoewel dit blad in journalistenkringen dikwijls als voorbeeld wordt gezien van geslaagde ‘verbreding’ en ‘vernieuwing’, is er ruimte dit te betwijfelen. Niet alleen is de gemiddelde leeftijd van de lezer veel hoger dan beoogd (39 jaar, terwijl men mikte op lezers tussen de 24 en 36), maar ook blijft de betaalde oplage van de krant steken rond de 63.000, hetgeen veel minder dan het streefcijfer van 80.000, terwijl het advertentievolume ogenschijnlijk gering is. Onderwijl heeft dit experiment een grote aanslag gepleegd op de energie van de gewone redactie, en ook op de toon en het wereldbeeld van de ‘moederkrant’.
- Is de gestage oplagedaling van de Nederlandse kranten eigenlijk catastrofaal? De oplagedaling van de landelijke kranten is al tien jaar bezig, en substantieel. De oplage van De Volkskrant is sinds 1998 met ongeveer een derde gezakt tot circa 225.000 en NRC Handelsblad heeft thans een betaalde oplage van 198.000, hetgeen een daling is van ongeveer 22,5 procent. Toch vallen vergelijkingen met kranten als Le Monde en de Frankfurter Allgemeine Zeitung in veel grotere landen nog altijd gunstig uit: die hebben ‘slechts’ een oplage van ca. 325.000).
Onlangs werd er in The American Journalism Review op gewezen dat tenminste sinds 1995 duidelijk is dat gedrukte media zouden moeten wennen aan minder grote oplagen en lagere winsten. Desondanks meent de Review dat er een solide toekomst is voor kranten die zich richten op een beperkt, hooggeschoold lezerspubliek. Dit soort kranten zouden een ‘high focus’ en onbetwiste kwaliteit dienen te hebben, en dus verschillen van de brede katernenstapels die in de jaren negentig mode werden. Deze ‘elite newspapers of the future’, zoals de Review ze noemt, zouden moeten kunnen aantonen dat het internet ‘informatie’ brengt en een goede krant ‘beargumenteerde informatie’.
Indien dit laatste juist is, dan zou het advies van de Tijdelijke Commissie Innovatie en Toekomst Pers dienen te zijn dat de opleidingen Journalistiek in Nederland snel veel beter dienen te worden, dat de geschreven media veel kritischer naar zichzelf zouden moeten kijken, en dat de tijd van oeverloze ditjes-en-datjes columnistiek definitief voorbij is. Dunner en beter - dat is de toekomst voor de kranten.