Hollands Maandblad. Jaargang 2008 (722-733)(2008)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Niemandsrails Paul van den Hoven Als jongetje hield ik het binnenpad - dat tussen treinen, als een niemandsrails, bemiddelt met misplaatste zuinigheid - voor een nog werkzaam spoor. Maar hoe het zat, hoe rijden mogelijk is, als kastjes deels de weg versperren en het gras gedijt rond nummerstokken en een losse biels, werd mij nooit duidelijk. Van verre leek een trein er dikwijls schuin op af te gaan, om dan, ondanks mijn wens, door iets futiels - een sein, wat rukwind -, bij de oversteek erlangs te zwenken, naar zijn eigen baan. Zolang het niet gebeurt en wisseling van vak zich eerder laat verklaren uit een tussenkomst die zaken voorwaarts stoot dan uit het overwegen van een ding of twee, te diep verknoopt voor een besluit, denk ik nog altijd dat het kan: wie groot is staat als gras gereed. Wat dan voorbijschiet zal ik, reizend over reisafval en in de steekgelaten materiaal, door vensters moeten volgen. Het gebied waar ik als jongen stond verwildert al, als licht op roestig blik of kreukloos staal. [pagina 36] [p. 36] Stormenderhand We geven door wat niet te delen is wanneer de storm van het verlangen zich leeg schudt op ons graf: een poging tot verbintenis, iets vallends dat bleef hangen, een wijsheid achteraf; en delen, als de hand nog grijpen wil, in wat bij storm niet wordt gegeven, ondanks de overvloed. Want liefde eet zich door de schil om van het hart te leven dat zich bedekken moet; tenzij we al geplukt zijn door de storm nog voor het vlees van de beminde ons maant tot ongeduld en niets resteert dan als een worm een vreemde vrucht te vinden die ons opnieuw omhult. Vorige Volgende