betekende dat gewoon weglopen en niet meer verschijnen - was hij snel door zijn geld heen. Hij had zelfs aangeklopt bij zijn ouders. Maar nu was alles anders geworden, vertelde hij mij: hij had het voor elkaar. We maakten voor woensdagavond een afspraak in zijn atelier.
De werkplaats van Frédéric was op de binnenplaats van een appartementencomplex dat zich als een doolhof uitstrekte achter een poort in Rue de Belville. Via een deur onder een van de gebouwen kwam je in zijn kelder. Die bestond uit een paar ruimtes, een lithopers, een keukentje en zijn slaapkamer, waar een matras lag en in de hoek een touw.
Overal hingen prenten van koeien aan de muur. Het was in feite maar één litho die in ontelbare variaties was afgedrukt. Er was geen twijfel over mogelijk dat dit zijn belangrijkste werk was. Juist vorige maand had hij voor het eerst een expositie gehad in het atelier van Jacques, met alle koeien. Hij had er wel een paar verkocht maar het was niet de klapper geworden waarop hij had gehoopt. Niet getreurd, die klapper kwam nog wel, zei hij. Het leven moet ook gemakkelijk kunnen zijn en waarom hadden anderen wel succes? Bij een Algerijns restaurant aten we couscous, dronken een fles wijn. Frédéric wilde 's nachts nog terug naar zijn atelier om te werken, ik ging naar mijn hotel.
De volgende morgen kwam hij naar de werkplaats van Jacques om de lunch te verzorgen. Die lunch was het dagelijkse hoogtepunt. Hij rende door het atelier, smeet met de pannen en opende de ene fles bier na de andere. Wij lieten hem begaan, druk als we waren aan de snelpers, met het passeren van de vijfde kleur van mijn litho van Parijs. Langzaam druppelden bekenden binnen die wisten hoe laat hier elke dag gegeten werd. Uiteindelijk zaten we met z'n achten aan tafel. Frédéric, met zijn ellebogen naast zijn bord, benen uit elkaar, draaiend op zijn kruk. Hij voerde het hoogste woord, hoe hij verder wilde gaan, hoe hij zijn werkplaats volop zou gaan gebruiken. Alles moest anders in de kunst, er waren zoveel onbenutte mogelijkheden. Hij begreep zelf niet dat hij daar niet eerder aan was begonnen. Die koe was maar een begin; hij ging het volgende project aanpakken. Er kon alleen maar succes op volgen, er was geen enkele reden om nog voor anderen te werken.
Ik wachtte het einde van de lunch niet af en ging aan het werk met de volgende lithosteen die al klaar lag in de pers. Ik schuurde en etste en maakte hem gereed voor de volgende drukgang. Toen de flessen leeg waren, verschenen ook Etienne en Laurence weer aan de pers. Fréderic deed een schort om en sloot zich bij ons aan. De pers zette zich als een locomotief in beweging. Laurence legde bovenop de bok het papier aan, Fréderic haalde het beneden van de draaiende cilinder af. Met een sigaret in zijn mondhoek verplaatste hij soepel de door de machine uitgespuugde vellen op een stapel. Etienne liep zwijgend rond de pers, draaide aan de knoppen en voegde inkt toe. Van boven riep Laurence af en toe wat opdrachten naar hem: ‘plus de l'encre’ of ‘ça seche’. Toen de stapel verdwenen was en de pers tot stilstand was gekomen, gooide Fréderic zijn schort uit, zoende ons met een groot handgebaar en verdween over de binnenplaats. Tot morgen.
Vrijdagochtend drukten we de laatste kleur. De telefoon ging; verderop in het kantoortje nam Jacques hem op. Hij verscheen in de deuropening en zei: ‘Frédéric est mort.’ De machine stopte. ‘Pendu,’ zei Jacques. Laurence ging op de grond zitten. Pendu, dacht ik, als een klok die stopt. Het touw lag klaar.