Hollands Maandblad. Jaargang 2008 (722-733)(2008)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Het balkon Leo Vroman 1 Aarde en huis draaiden zich weg van de dikke rode zon. Ik nam dus de lichte witte stoelen op, zette die op ons balkon, en we gingen daarop zitten. 2 Het zou mij, na het eten op ons balkon gezeten toch wel wat onrust baren als er een vrouw langs vloog met loshangende haren. We wonen immers tien hoog. 3 Als ik tussen de spijlen van ons zwijgende balkon mager maar statig kon heen glippen en weg zeilen over gebouwen, rivier, de heerlijk groene bomen in het park, dan zou ik hier terug willen komen. 4 Als dit hek rond ons balkon te laag was geweest of te kort, zo vaak als ik maar kon was ik omlaag gestort, niet om een zeker doel als bijvoorbeeld zelfmoord of waanzin, en zo voort, maar om dat lichte gevoel. [pagina 34] [p. 34] 5 De zon schijnt onder maar de lucht nog licht, de lucht nog warm op je warme gezicht. Mijn hand ligt op je blote arm meer kinderlijk dan vaderlijk. Ik heb je alles al gezegd, met hart en ziel aan je gehecht, niet woordelijk maar dadelijk. 6 Het wordt donker, de straten verdwijnen en worden vervangen door stippellijnen van lichtjes en er is een koele wind zichtbaar te voelen. 7 Dus ik stapel de twee witte stoelen op, draag ze de kamer in en we gaan ook zelf binnen zitten. Fort Worth, 24 april 2008 Vorige Volgende