‘Zo,’ zei hij, ‘waar waren we gebleven? Julius Ceasar. Julius de Keizer. The Emperor.’
Hij begon te vertellen. Na tien minuten ging er weer een vinger in de lucht.
‘Ja, Thijs, wat wil je weten?’
‘Kunt u dat laatste op het bord schrijven. Ik maak aantekeningen.’
‘Ach ja, natuurlijk,’ zei hij blij en liep naar het bord. Hij klapte het open en stond oog in oog met de tekening van een naakte man en vrouw. Ze aten druiven. In grote letters stond eronder: Wij willen ook een orgie!
Johan graaide zich abrupt om en keek de klas in. Toen klonk alsof het afgesproken was uit één mond: ‘Wij willen een orgie, wij willen een orgie!’ De kinderen roffelden met hun handen op tafel. En ze riepen: ‘Orgie, orgie, orgie!’
Een jongen stond op, pakte een fles uit zijn tas, en de andere kinderen pakten glazen. Het was wijn. Rode wijn van de Albert Heijn.
‘Orgie, orgie, orgie!’ riepen de kinderen hard.
Opeens klonk er muziek. Keiharde, onverstaanbare rapmuziek. Een meisje klom op de tafel en deed haar shirtje uit, terwijl iedereen bleven brullen. En joelden om haar roze bh-tje
‘Ophouden!’ schreeuwde Johan, ‘Jullie moeten ophouden. Ophouden!’
Maar hij werd overstemd door de muziek. Nog twee meisjes klommen op de tafel. Die hadden zwarte bh-tjes. Johan riep en riep; hij liep knalrood aan en de aderen in zijn nek zwollen op, maar het was tevergeefs. Toen kwam de conrector het lokaal binnen en in één klap was het stil.
‘Sofie, Iris en Amber,’ zei de conrector. ‘Jullie komen in de pauze naar me toe. En jij ook, Thijs, Ruud en Amir. Dit kan niet. Begrepen?’
Hij keek Johan aan en schudde kort zijn hoofd.
‘Pubers,’ zei hij. ‘Die moet je aanpakken.’
‘Goed,’ zei Johan terwijl de conrector het lokaal verliet, ‘Heel fijn. Echt heel fijn. Jullie zijn echte helden. Nu gaan we verder met de wagenrennen. Dat deden de Romeinen ook heel vaak. Net als wij nu. Alles is net als nu.’
‘Was het maar zo,’ zei een jongen. ‘Toen hadden ze nog geen milieuproblemen...’
‘Dat is aardig,’ zei Johan opgetogen. ‘Dat denken jullie. Maar ook toen had je die...’
En hij begon te vertellen terwijl de klas lusteloos maar stil onderuit zakte.
Die avond drukte zijn vriendin hem dicht tegen zich aan.
‘Johan,’ zei ze, ‘je begint. Je gaat het heus wel leren. Heus.’
‘Ik sta op internet, schat. YouTube. De hele school heeft het erover. De hele school. Leerlingen lachen me uit in de gang. Ze roepen: “Dat was een gelukkige klas hè, meneer! Of vindt u van niet...?”’
‘Johan. Het geeft niet. Het geeft niet. Niemand dwingt je om je beste krachten aan die ettertjes te geven. Je kan zo weglopen.’
‘Ja,’ zei hij zacht. ‘Ik kan zo weglopen. Het kan. Maar we hadden het over milieuproblemen, en toen waren ze stil, en eigenlijk was dat mooi. Heel mooi... Als ze eerst maar begrijpen dat de wereld ten onder gaat, dat zij de nieuwe barbaren zijn... als ze dat begrijpen, dan worden ze wel stil. Snap je dat? Snap je wat ik wil zeggen?’
‘Ja Johan,’ zei ze, ‘Maar wat is een orgie eigenlijk?’