‘Uw bezoek droeg een uitzonderlijk grote tas.’
Ik knikte.
‘En bracht die tas aan boord van uw boot.’
‘Dat heb je goed gezien,’ zei ik. ‘Je hebt zeker niets beters te doen dan ons te beloeren.’
‘Wat was de inhoud van die uitzonderlijk grote tas, capitán?’
‘Persoonlijke bagage. Kom de boot maar onderzoeken als je wilt. Met je honden. Daar hebben we ervaring mee.’
Ze keek me gekwetst aan.
‘Wij doen eenvoudig ons werk, capitán.’
Ik gooide het over een andere boeg.
‘Wij hebben gisteren de musical in het Teatro Fausto gezien.’
Ze veerde op.
‘En wat vond u ervan?’
‘Ik vond het erg interessant dat er in een groot theater in Havana een musical wordt opgevoerd over discriminatie tegen zwarten zoals jij.’
Ze keek me afgemeten aan.
‘Wij hebben veel bereikt in Cuba,’ zei ze. ‘Maar er zijn nog enkele problemen.’
Ze viel ons verder niet lastig, maar toen we de volgende morgen wilden vertrekken, kwamen haar collega's weer in groten getale aan boord, met honden, zaklantaarns en tientallen formulieren. Ik was minder geïrriteerd dan de eerste keer. Ik hoefde niets meer van ze en probeerde zelfs grapjes te maken. Alles wat ik wilde, was wegzeilen.
key west - We vertrokken 's middags en hadden een prachtige, rustige nacht op zee: halve wind, duizend sterren en de maan na middernacht. De vaargeul naar de haven van Key West is uitstekend met boeien aangegeven, maar vrij nauw. We kwamen bij zonsopgang aan, tegelijkertijd met een groot, goedbewapend schip van de Amerikaanse kustwacht. Wij waren onder zeil en ze lieten ons netjes voorgaan. Ze vroegen niet wie wij waren of waar we vandaan kwamen, ze zwaaiden van de brug en stoomden rustig achter ons aan de haven in.
We legden aan in de Galleon Marina. De havenmeester, een jolige man met een bierbuik en een grijze paardenstaart, wees ons een steiger aan, heette ons van harte welkom en liet ons toen alleen. Er was nergens een grenswacht of politieagent te bekennen.
Als je met een jacht uit het buitenland komt in je eerste Amerikaanse haven moet je je melden door een gratis telefoonnummer te bellen. Vervolgens moet je ‘zodra het schikt, maar wel binnen vierentwintig uur’ met je paspoort naar het plaatselijke bureau van het Department of Homeland Security. In Key West keken de grenswachten achter de balie wel even raar op toen we vertelden dat we uit Cuba kwamen, maar er kwam niemand naar de boot kijken, zelfs niet van een afstand. We hadden zonder enig probleem tien illegale immigranten, een halve ton cocaïne of een roedel terroristen kunnen lossen.
Het was een anticlimax. Ik was na anderhalve maand in Cuba gewend geraakt aan uniformen, controles en opdringerige veiligheidsagenten, en verwachtte althans enige aandacht. Maar in Key West waren slechts zeer weinig uniformen te zien, en ze hadden kennelijk iets beters te doen. Ze vonden mij en mijn boot absoluut niet belangrijk.