Hollands Maandblad. Jaargang 2008 (722-733)



[pagina 32]
aanzoek Krijn Peter Hesselink Ik wil niet ondankbaar lijken maar je trapleuning kleeft zo lafjes aan de muur ze had ook in het midden van de trap haar weg omhoog kunnen beginnen blinkend van trots ik had me aan haar opgetrokken had me door haar koele brons de borst laten doorboren was om haar op en neer gegleden met een zacht gesuis dat jij geamuseerd had aangehoord je was het moe geworden had me aan mijn spel ontrukt had tweemaal door het gaatje in mijn borst gespuugd (dat brengt geluk) had me opgehangen aan een haakje tussen pannenlappen rechts en theedoek links was teruggegaan naar werk tv je dromen je droomde dat jij een haakje was aan jou een trouwring hing.

[pagina 33]
beademing Kijk, ik blaas een wolkje uit, fiets er doorheen, een gordijn dat op mijn gezicht klapt, zich strak trekt en ik zegt, dit stootte ik uit, dit schoof ik opzij, liet zijn spoor na, geen biggelender tranen, pak jij me straks uit voor je kachel?
onderweg Niets dubbelt zo mooi als dubbel glas je ogen goudvissen in vierkantsformatie maken tegen de flonkerende verkeersstroom in hun pas op de plaats, waar de mijne de kieuwen met nachtwater vol laten lopen, het rad voor mijn ogen raakt geen grond, de halte hapert, wij staan in de wacht.