Hollands Maandblad. Jaargang 2007 (710-721)

[p. 13]

Mark Boog

Som

Stormen rond het huis werpen afval tegen de ruiten.
Uren liggen uitgespreid als oude kranten.

Men omgeeft zich met de ruimte die nodig is
om ongelukkig te zijn. Niet dan stuurs
begaat men zijn handeling.
Achter zijn eindes aan beklemt men,

haalt het slechtste uit zichzelf, vermenigvuldigt het,

een som zo schoon, zo mooi,
dat alles klopt.

[p. 14]

Geen verdwijnpunt

Geen verdwijnpunt,
maar de blik verliest zich.
Ik teken geen horizon
maar de weg leidt er naartoe, de zon
verschuilt zich, gedachteloosheid
ontbreekt.

Wil je me terechtwijzen,
me de liefhebbende klap in de nek,
gestrekte hand, harde hand die ik ook zachter ken,
zonder omhaal toedienen,
zonder woorden?

[p. 15]

Tram

Gekozen vervoermiddel: tram.
Bestemming van dienst: jij.
Tijdverdrijf: het doen der mensen

en het denken aan de diepten onder ons,
de wortels van de stad, grafkelders
gestapeld en gestapeld tot de grond,

waarover wij langs klamme sporen glijden.
Met de verkrampte handen van de wanhoop,
met de moed der dieren.

Het licht omhult de tram, die licht bevat.
Het schudden van de aarde wekt ons bijna.
En het regent. En de honden huilen.