Hollands Maandblad. Jaargang 2007 (710-721)
(2007)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |
Annemieke GerristWij rennen er langs, langs de visfabriek en de strontwei,
de slager, roepen paardenmartelaars, klootzakken,
en rennen naar de donkere sloot waar elke dag een man
in plast, om negen uur, om één uur, om drie uur
zodat vissen verschijnen aan het wateroppervlak
En in het boek waaruit wij leren boekbinden leren wij
de looprichting door het scheuren van papier:
De eenvoudige handeling komt uit de handleiding
We hebben een nacht rust gehad
* Op de maan is de vlag omgevallen
De kraters zijn in het echt veel groter
en kunnen niet met water gevuld worden
Hij landde op aarde en kreeg het koud
Auto's reden over straat
Iemand met een gitaar voor z'n buik
zong een lied over een man op de maan
Hij stak wat sla in zijn mond
's Nachts scheen de maan op zijn lakschoenen
toen hij danste met de kou in zijn benen
en zijn vrouw in zijn armen
| |
[pagina 34]
| |
Vasthouden aan een lusje van je broek
waar een riem doorheen kan
Thuis de kachel aandraaien
Vragen waar is toch die boom?
Hadden we die in de tuin gelaten?
Maar we wonen toch op twee hoog?
Een hele dag wachten tot je gezien wordt
of uitkleden om te slapen
Men spreekt de waarheid
Gewoon wachten tot het komt
* Ik weet niet of een huis een weiland is
waarin een paard past
of het is een feest en ik ken niemand
en dat hoeft niet, want je praat met iedereen
Er is niemand die zegt
dat een huis ver weg is
En als de buurt is opgegeten
blijft er een deur open
Het hek breekt daar
waar het paard doorheen komt
Soms stampt een been een vlieg weg
of de modder eraf
en valt er zand van mijn broek
|
|