geboorte af blijk hebben gegeven van een gelukkige gemoedsstaat, en er niet uitgegroeid zijn; anderen die na een onzeker of neutraal begin zich zo goed zijn gaan voelen dat zij gelukkigen genoemd mogen worden. Zulke mensen bestaan, al is het voor minder stralende naturen vaak moeilijk om er een in hun vriendenkring te vinden, en kunnen zij bij anderen alleen verschillende graden van gedeeltelijke gelukkigheid aanwijzen.
Van de meeste van zo'n groep plaatsgenoten moet aangenomen worden dat als zij zich gelukkig noemen zij de ouderwetse betekenis gebruiken (‘ik leef zoals het hoort, dus...’), of dat hun gemoedsstaat beter aangeduid kan worden met de droge term tevredenheid. Gezin, werk, woongenot, vakantieplannen: geen klachten, dus tevredenheid - zet maar een kruisje bij gelukkig, het is toch aardig van zo'n bureau dat het de moeite neemt om dit allemaal te onderzoeken.
De afgevlakte droge vormen van geluk zijn niet wat ons in de publiciteit wordt aangeboden, of aanbevolen. Die wil ons net zo laten worden als de gelukkige naturen, zo niet honderd dan negentig procent gelukkig, en als het even misgaat veerkrachtig in herstel.
‘En wat is daar tegen?’ zou iemand kunnen vragen, ‘Mag dat ook alweer niet!’ Zou het dan niet zo zijn dat een gelukkig mens zich beter voelt en welzijn meedeelt aan zijn omgeving, terwijl ongelukkige mensen hun ongenoegen moeten verhalen op de samenleving?
Misschien werkt het soms zo. Zeker is dat het gezelschap van altijd welgemoede mensen niet altijd te verdragen is. Die opgewekte stemmen alleen al! - of blijde stemmen!
Jawel, zal het antwoord zijn, dat komt doordat je de verkeerde gelukkigen ontmoet hebt. Geen gelukkige naturen, waren dat; het waren ongelukkigen die de verkeerde boekjes over happiness hadden gelezen, of de beginselen verkeerd toegepast. Gelukkig komen er dan weer andere verkeerde gelukkigen met wie zij het best kunnen vinden, en zo komt alles ook voor hen terecht.
Goed dan. Laat iedereen op zijn wijze gelukkig worden, zoals verstandige vorsten vroeger zeiden wanneer zij verschillende kerkgenootschappen toestonden zich op hun gebied te vestigen. Natuurlijk is dat een gezond principe.
Wat is er dan eigenlijk tegen in te brengen dat zwaarder weegt dan dat het in zijn vele vormen van publicatie te eenzijdig en ijl klinkt?
* * *
Nu komt het. Als ik mijzelf gelukkig of zelfs happy probeerde te voelen, zou ik gehandicapt worden door onzekerheid van over de toepassing van dit gevoel op de wereld buiten mij. De ware gelukkige naturen, van wie wij het bestaan veronderstellen zonder er zomaar voorbeelden van te kunnen aanwijzen, laten zich nooit beklemmen: niet door wat ons van de hele wereldbol dagelijks voor informatie bereikt, noch door het nieuws uit ons eigen kleine wereldje of door wat zich in hun binnenste afspeelt. Wisselvallige naturen zoals de meesten van ons zijn doen altijd meer wisselende indrukken op, van de buitenwereld in het groot en het klein, en ook uit dat binnenste. Als een van de ware gelukkigen, of een bekeerde wisselvallige, bij hen kwam aandringen op het volgen van een cursus geluksverwerving zou in veel gevallen het antwoord zijn: laat maar, dat heb ik voor mijn welzijn niet nodig, ik zal pas aan een cursus gaan denken wanneer mijn gevoel voor de wisselvalligheid dreigt te verslappen en verstevigd moet worden.
Sommige wisselvalligen zullen blij zijn dat ze dat gezegd hebben, en vervolgens gaan twijfelen: in een wereld waar god noch gebod meer een gezag