Hollands Maandblad. Jaargang 2007 (710-721)(2007)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] Alexis de Roode Rozenkrans Ik heb al zoveel levens geleefd in een dag; de hele mensheid sinds de ochtend is door mij heengegaan. De thee vanmorgen roerde ik als Dzjengis Khan, mijn brood smeerde ik als een boer uit Polen. Van de voordeur naar mijn fiets werd ik een menigte die tussen de bomen van het oerwoud te voorschijn drong met blikkerwitte tanden. Ik stierf en werd geboren zonder een spoor van vermoeidheid terwijl ik wachtte op het stoplicht. Ik kwam aan op mijn werk als directeur en ging weg als slaaf. De man die dit gedicht beëindigt heeft de vrouw gedood die dit gedicht begon en zij was reeds een verre, verre nazaat van een lang vergeten dode. [pagina 22] [p. 22] Gedicht voor de bomen De stad is stil de huizen staan stil de auto's staan stil en overal miljoenen blaadjes ritselen. Ver achter de huizen de bomen bewegen als opwolkend stof. Het wuiven van bomen is het grote wuiven van de hand van ginder en weleer met duizend strelende vingers. Strelend de wind naar alle richtingen van de wind en altijd terug naar het midden. In de oude wereld toen de bomen jong waren en de wind was klein en de wind maakte de bomen groot en de bomen maakten de wind groot. Als een heel bos waait elke boom. Als een hele boom waait elke pluim. Als een hele pluim waait elk blad. Hoe mooi als muziek dit vertalen naar muziek. Levend bewegen in de wind als armen van koralen. Duizend golven door het groen. Zoete troost voor de ogen, sijpelend tussen scherpe huizen door. [pagina 23] [p. 23] Onder water of boven water: groet altijd de oeroude bomen. Altijd wuiven de bomen vaarwel, vaarwel. En als ik wegga zullen de bomen wuiven. Over eeuwen en eeuwen als iedereen mij ingeademd heeft en uitgeademd zullen de bomen wuiven. Zal ik spelen met de bomen en de bomen met mij. [pagina 24] [p. 24] Vorige Volgende