lijst in. Ik mocht zinnetjes afmaken als ‘Vrouwen zijn...’ - trutten in de kiem, antwoordde ik op papier. ‘Het leven is...’ - een klotenzooi, schreef ik. Kreeg ik nou een pilletje? Iets geruststellends? Maar nee, daar wilden de psychologe en de huisarts niets van weten. Een paar gesprekken. Dat zou helpen. Dan zou ik ‘net als andere moeders’ gaan genieten van de kleine.
Schuw en verdwaasd zat ik achter een oude schrijfmachine verhaaltjes te tikken, die alleen familieleden gretig lazen om op de hoogte te blijven van de laatste roddels. Het waren oeverloze epistels. Van kill your darlings had ik nog niet gehoord. Had ik dat maar gedaan. Wie eerst gekilld: de vader of de zoon? Wie krijste het hardst: de oudste of de jongste?
‘Wist je vooraf wat het betekende om moeder te worden?’ vroeg de psychologe.
‘Ik dacht dat het zoiets was als mijn hond,’ antwoordde ik naar waarheid. ‘Je laat 'm een paar keer per dag uit, gooit eens een bal, en verder ligt-ie te pitten.’
Ernstige inschattingsfout, zelfoverschatting en gebrek aan realiteitszin, krabbelde ze en glimlachte begrijpend. ‘En,’ vroeg ze opgewekt, ‘hoe is het contact met de vader?’
‘Die staat hier buiten. Het is mijn probleem.’ Ja, hij stond er volledig buiten, de sukkel. Ik keek naar de klok die het uur wegtikte; ik moest boodschappen doen en dan Mats bij de oppas ophalen. Niet vergeten: toiletpapier en vuilniszakken...
‘Hoe verdelen jullie de zorgtaken, Emma?’ vroeg ze, op misselijkmakend neutrale toon.
De zorgtaken. Ja, verdomd, wat deed hij eigenlijk? Hij mocht wel eens een voorbeeld nemen aan mannen die iets ondernamen. Neem de man die zijn flat in brand stak, in de hoop met het verzekeringsgeld de gezinsschulden af te betalen. Vier kinderen kwamen om, één dochter en de moeder overleefden vaders heldendaad. Hoe maakten die het trouwens?
‘Naar omstandigheden goed. Via de bijstand kregen we dit flatje. Mijn man heeft het zwaar in de gevangenis. We bellen elke dag. Het is een lieverd, hoor. Hij bedoelde het niet zo.’
Yeah, right. Hij bedoelde het wel zo.
En hij had groot gelijk toen hij zijn darlings killde. Hij heeft de wereld behoed voor vier nutteloze krengen. De vader wist dat hij ze niks te bieden had; het gezin baadde in werkloosheid en schulden. En de verzekering betaalt niks uit omdat de held de brand aanstak; arme lieverd. Wie zo'n fatale helpende hand in de zorgtaken had, deed er goed aan ons te verlossen van zijn kroost.
De psychologe maakte druk aantekeningen. Hrdy keek over haar schouders mee en fronste haar wenkbrauwen: nee, jullie verdraaien mijn theorie! Dat van die man ligt anders! Kindermoord is acceptabel als het direct na de bevalling plaatsvindt. Bij het vermoorden van oudere kinderen is er beslist waanzin in het spel, want wie doodt in godsnaam zijn eigen kinderen?
De psychologe keek op haar horloge. ‘Hoe oud is Mats nu?’
Ik rekende. Zes maanden, een week en twee dagen duurden de kolieken nu. Te laat, te laat, kermde Hrdy in mijn hoofd, jouw kind heeft een identiteit, een plek in de stam verworven!
We maakten een nieuwe afspraak.
‘De lijdensdruk is hoog,’ zei de psychologe. ‘Verstoorde bonding. Maak meer tijd voor Mats.’
Ik fietste naar huis door lange populierenlanen, langs rijen appartementen-