steun aan het Suharto-bewind. Hij nam geen blad voor de mond, en het was een behandeling die me nog lang zou heugen, misschien vooral omdat ik zelf wat lafhartig zweeg over mijn observaties in de residentiële tuin.
Daarna reisden we in enigszins bedrukte stemming vanuit Djakarta door naar Hongkong om ons daar bij de overige delegatieleden te voegen. Op het vliegveld stond de Consul Generaal van Nederland, jhr. Michiels van Kessenich, ons op te wachten. Een eervolle behandeling die samenhing met het voorzitterschap van de Raad, maar toch zetten wij ons ook al schrap voor de volgende diplomatieke geseling.
Michiels is wat men noemt een ‘karakter’, en hij bezat een zekere renommee vanwege de wijze waarop hij het ministerie en de bewindslieden ooit tartte over de in zijn ogen schraalheid van de vergoedingen bij dienstreizen. Tijdens de jaarlijkse ambassadeursconferentie parkeerde hij zijn camper ostentatief voor het ministerie dat toen nog op Plein resideerde, zulks om duidelijk te maken dat hij van zijn magere emolumenten geen hotel kon betalen. Minister Luns vond dat niet leuk. Net zomin als de artikelen van Michiels over onze nationale politiek inzake de apartheid in Zuid-Afrika, die hij geenszins verwerpelijk achtte. Op het moment dat de collega-europarlementariers Tolman (cda), Van Dijk (Groen Links) en ikzelf nog op onze koffers bij de bagageband op het vliegveld stonden te wachten, had hij al luidkeels zijn standpunt over deze kwestie geventileerd. Terloops werd ik die avond voor het diner genood, hetgeen ik gaarne aannam op voorwaarde dat collega Nel van Dijk - die de betreffende avond nog niet onder de pannen was - ook mee mocht. Dit was uiteraard geen bezwaar.
Toch had ik een en ander misschien beter niet kunnen voorstellen, want Nel van Dijk was minstens even radicaal in haar opvattingen als Michiels, die behalve van zijn pro-apartheidsstandpunt ook zeer strikte opvattingen had over het roomse geloof. Nu, daar wist Nel van Dijk wel raad mee. Zij was afkomstig uit een eenvoudig industrieel milieu in Brabant, en uiteraard was zij net als Michiels rooms opgevoed, maar had in haar jeugd - zoals zij mij eens vertelde - uit een combinatie van recalcitrantie, sociaal rechtvaardigheidsgevoel en emancipatie ooit de ene kerk voor de andere verruild. Het was voor haar misschien een kleine stap geweest van het Rooms-katholieke geloof naar het Communistische, maar Michiels was daar geenszins aan toe. Nauwelijks waren we binnen of het geredekavel tussen die twee barstte al los, en werd ik wederom alleen gelaten met de culinaire versnaperingen.
Mijn rol die avond was tot nul gereduceerd en ik kan me niet meer herinneren een woord te hebben gezegd, tot aan het afscheid, toen Michiels mij vroeg of ik misschien iets mee terug naar Nederland wilde nemen voor zijn vriend en oud-collega Huydecoper van Nigtevegt. Minder kon ik niet doen, zoveel eiste de diplomatieke beleefdheid, hoewel ik even slikte toen hij mij het pakketje overhandigde. Het betrof een zakje met wit poeder. Naar Michiels mij uitlegde ging het om houtlijm, ter wille van hun beider hobby: het restaureren van antieke meubelen.
Wat zou U doen? Ik heb het witte goedje meegenomen alsof het de gewoonste zaak van de wereld betrof en ik ben met het zakje ongecontroleerd in Nederland teruggekeerd, hoewel ik best durf te bekennen dat ik mij geenszins verheugde op de krantenkoppen over een Europees delegatielid die met wit poeder was aangehouden op de luchthaven van Thailand of Birma. Ik wist niet eens hoe je ‘houtlijm’ in het Thais zegt.
De laatste etappe op onze reis voerde naar Zuid-Korea, een land dat door beide buurgrootmachten China en Japan als een beetje een boerse vazalstaat wordt beschouwd. Desalniettemin heeft het land een interessante eigen cultuur. Wederom was de Nederlandse ambassadeur, in dit geval Elink Schuurman, als vertegenwoordiger van de eu-ministerraad, voorzitter, gastheer en begeleider van onze missie, die eerlijk gezegd niet meer om het lijf had dan te laten zien dat Europa niet vergeten was waar Korea lag. We hadden in de besprekingen met de regering maar één piepklein puntje dat we tot op de bodem uitmelkten: de discriminatie van Europese import, met name auto's. Zodra