Hollands Maandblad. Jaargang 2006 (698-709)(2006)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] Laatste woorden Alexis de Roode Op de rand van een dag van afwaswater betrad ik razend mijn huis, bijkans de deur uit de sponning rukkend met het grimmig besluit de tijd te verkrachten. In mijn handen droeg ik een bloedende bijl van liefde waarmee ik de hele dag ordners had geslacht. Een groot instrument voor een klein werk. Van de nulde naar de negende kring in een denkmoment of twee. Tot ik de stille kamer betrad. Nergens school in mijn huis een dag. Nergens lag onder mijn tapijt een uur te verbleken. Verloren, verloren evenmin. Baksteen, muurverf, alles zweeg mij toe. * Verrassing! De muren klapten opzij en daar sprong een klein heelal tevoorschijn. Mijn avond schudde zijn kraaienveren af en bleek een dieppaarse fazant, zoals ik er eens drie droomde, plus een groene. Ikzelf was Papageno, mijn verenkleed gloeide rood onder een hyperintelligente zon. Alles in mijn huurhuis. [pagina 22] [p. 22] Anders kijken. Kom. Anders kijken naar voorbije tijd, tot die zich keert. Voren trekken in het zwarte gewelf met de stalen tanden van de denkhark. Zeggen: er werd geleefd, er was daar wel degelijk aanwezigheid. Wat verloren is, alsnog schenken aan niemand, aan iedereen, aan mijzelf. Alles vrijheid noemen wat slijt, en voorzichtig mijn geraamte likken als een roze schelpje in het zand. * Kom dan, oude heks, zegen mijn kleine lieve kraai voor ik hem door de wolken omhoogwerp, voor hij lange tijd op weg gaat van het blauw naar het zwart, voorbij het laatste brokje steen, dierbaar silhouet dat dieppaars oplost in de nacht, speldenprik, onzichtbaar, onhoorbaar krassend naar kleine lichtjes die stadig verschuiven. Kraai, ga de nacht in en kras mijn boodschap als je god ziet, zing hem zo mooi je kunt. [pagina 23] [p. 23] Was je succesvol? Alleen nu. Was alles treurig en duurde het te lang? Alleen nu. Was je gelukkig, had je eerder willen sterven? Alleen nu. Was je een moordenaar, een koning of een hoer? Alleen nu. Was je stof of licht? Alleen nu. En zwarte spiegels. En blauwe lucht. * Ik zag je zitten in een trein die gleed door Hollands landschap, en het landschap was je zelf. Ik zag dat je koeien maakte, weiden, elke grashalm was anders maar werkelijk. Ik zei: wondermachine ben je, je bent een zeer zeer grote tovenaar mijn lief. De grootste die je in dit leven zult tegenkomen. En je lachte als de Boeddha, maar je ogen dreven al. Vorige Volgende